Door Ronald van Dam
2021 is een bewogen jaar geweest, ook voor het basketball, in het bijzonder 3x3. Voor het eerst deed er een valide basketbalteam mee aan de Olympische Spelen. Wat zes jaar geleden begon als een droom werd in Tokyo werkelijkheid. Met Brian Benjamin, de inmiddels afgezwaaide bondscoach van de 3x3 basketballers, blikken we terug op een historisch basketbaljaar. “Ik keek op het scorebord en zag dat we in de halve finale van het OKT tegen Frankrijk zes punten voor stonden. Ineens realiseerde ik me: we gaan het halen, we gaan naar Tokyo!”
Het is nog even wennen. Brian Benjamin is geen bondscoach meer. In Jeddah bij de FIBA 3x3 World Tour Final werd zijn plek voor de eerste keer overgenomen door voormalig 3x3 international Aron Royé. Benjamin was wel in Saudi-Arabië aanwezig, maar in zijn nieuwe functie als programmamanager van de 3x3 mannen én vrouwen. Daar zag hij Team Amsterdam het lange slopende seizoen afsluiten met een knappe derde plaats, wederom een erkenning voor alle ‘bloed, zweet en trainen’ die in 2021 en de jaren ervoor zijn gevloeid.
“Aan alles komt een einde”, legt Benjamin de functieverandering uit. “Het was altijd al de bedoeling om na de Olympische Spelen te stoppen, of we ons nou wel of niet zouden plaatsen. De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat het een jaar later is geworden. Het is goed dat er een andere stem voor de groep staat. Aron was de meest geschikte kandidaat om mij op te volgen, ik heb altijd al een coach in hem gezien. Hij snapt basketball, snapt 3x3, is sociaal vaardig, maar kritisch waar het moet.”
Het was ook Benjamins bedoeling om echt helemaal te stoppen. Dat hij door is gegaan bij de Nederlandse Basketball Bond als programmamanager 3x3 basketball, heeft alles te maken met zijn liefde voor 3x3. “Ik was klaar om te stoppen, maar we zijn er nog niet. Als ik er nu uit zou stappen, bestond het risico dat we weer helemaal opnieuw moesten beginnen en dat zou zonde zijn van zes jaar werk. Ik zeg altijd dat een goede manager zichzelf overbodig maakt, we zijn nog niet op dat punt. Zolang het nodig is, ga ik door. Er is nog veel te doen. Plaatsing voor de Spelen is één, maar op dit niveau blijven vraagt een organisatorische verbetering, een verbreding van het spelerspotentieel en een goede kwalitatieve instroom. Het is mede aan mij om de prestaties uit het verleden naar de toekomst te vertalen en te voorwaarden te scheppen voor nieuw succes.”
“We zijn begonnen als pioniers zes jaar geleden. Steen voor steen hebben het 3x3 programma opgebouwd”, vervolgt Benjamin. “Plaatsing voor de Spelen heeft ervoor gezorgd dat we ook in andere keukens hebben kunnen kijken en kunnen zien wat we nog missen in vergelijking met de olympische programma’s van andere sporten, zoals hockey en waterpolo. Met mijn aanstelling als programmamanager willen we dat gelijk gaan trekken. Tot een vergelijkbare standaard proberen te komen met specialistische coaches, op het vlak van kracht en conditie, het gebruik van data, het beter stroomlijnen van het teammanagement. De mannen liepen in mijn optiek twee tot drie jaar voor op de vrouwen, terwijl de vrouwen misschien nog wel kansrijker waren én zijn. Door de programma’s samen te voegen is één plus één drie. Je creëert meer middelen en je zet die efficiënter in, waardoor het geheel sterker wordt.”
Als Benjamin wordt gevraag 2021 nog een keer de revue te laten passeren, springen er voor hem vijf momenten uit. “Als eerste moet ik denken aan het toernooi waar we in januari middenin de lockdown in Graz aan meededen. Het was de eerste keer dat we in de samenstelling met Arvin Slagter en Jessey Voorn erbij speelden. Het eerste duel tegen de Russen, die we later dat jaar op de Spelen ook weer zouden tegenkomen, was van zo’n ongelooflijk hoog niveau. We wonnen in de verlenging, maar verloren daarna Dimeo van der Horst met een enkelblessure en toch haalden we met drie man finale. Dat was de eerste keer dat ik wist dat we op de goede weg zaten.”
Als tweede moment noemt Benjamin de World Tour Masters in Doha, waar Slagter, Julian Jaring, Aron Royé en de Servische versterking Maksim Kovacevic als Team Amsterdam de allereerste Nederlandse World Tour-zege pakten. “Daarvoor waren we er al een paar keer dichtbij geweest, maar dit gaf ons de bevestiging dat als alles klopt we iedereen konden verslaan. Die bevestiging kreeg ik daarna weer toen we in Amsterdam bij een intern toernooi tegen sterke Servische en Russische teams de meeste duels wonnen. Ook dat gaf me het vertrouwen dat we de goede dingen aan het doen waren.”
“We gingen dus super goed voorbereid naar het eerste Olympische Kwalificatie Toernooi in Graz”, maakt Benjamin de sprong naar zijn volgende moment. “We hadden hoge verwachtingen, maar op de eerste dag lukte niets. Twee keer verloren en virtueel al uitgeschakeld. Toen we de koppen bij elkaar staken hebben we tegen elkaar gezegd: we hebben alles gedaan wat we moesten, dag en nacht getraind, meer dan dat zelfs. Dit was ook pech, we gaan niets veranderen. En dan zie je op de tweede dag dat 3x3 toch vooral een mentale sport is. Een wedstrijd kan ik dertig seconden kantelen, één of twee ballen die net goed vallen en alles is anders. Letland, tot op dat moment de sterkste ploeg, stond in de halve finale tegen Polen met 12-4 voor en daarna stortte het helemaal in elkaar. Dat is 3x3. We zeiden tegen elkaar: als we de tweede dag door komen, dan halen we het.”
Moment vier. “Dat was toen ik de halve finale tegen Frankrijk op het scorebord keek en zag dat we zes punten voor stonden en ik me realiseerde: we gaan het halen. We gaan ons plaatsen voor Tokyo! Zes jaar geleden ben ik samen met Jesper Jobse en Martin Ho Suie Sang begonnen met een droom, toen 3x3 nog niet eens olympisch was. Ik als coach, Jesper als speler en Martin vanuit de bond. Samen zijn we aan die reis begonnen. We wonnen twee keer zilver bij het WK, prachtig, maar het was slechts onderweg naar ons doel: de Spelen. Dat we in Graz een olympisch ticket pakten was een onbeschrijflijk gevoel van gelukzaligheid, het doel was bereikt. De Spelen zelf waren bij wijze van spreken een mooie bijvangst.”
Maar Benjamins laatste memorabele moment zijn toch de Olympische Spelen zelf. “Dat je daar ineens in dat olympische dorp verblijft en ontbijt naast de Franse 5-5 ploeg die later zilver wint. Dat je Luka Doncic en zijn teamgenoten tegen het lijf loopt. In het 3x3 toernooi zelf hadden we pech. Als Ross niet geblesseerd was geraakt aan zijn hand win je van de Belgen en wie weet hadden we dan wel met een medaille naar huis gekomen. Maar hé, niemand is een ander iets verschuldigd, we horen bij de top van de wereld in 3x3. Vijfde worden op de Olympische Spelen, er zijn er niet veel die dat kunnen zeggen.”