Door Ronald van Dam
Van politiek vluchteling tot rolstoelbasketbalinternational. Het verhaal dat Sebastiao Nijman heeft te vertellen, kan gerust bijzonder worden genoemd. Hij heeft al het nodige meegemaakt in zijn bewogen leven en daar kan de coronacrisis ook nog wel bij. Nijman krijg je niet klein. “Ik ben een opgewekt mens.”
De 27-jarige Nijman was bezig aan zijn eerste seizoen als professioneel rolstoelbasketballer in Italië. De coronacrisis heeft daar een abrupt einde aan gemaakt. Op 22 februari speelde hij met zijn club Braintea84 Cantu in Rome zijn laatste competitiewedstrijd. Daarna werd er af en toe nog wat getraind voordat het land definitief ‘op slot’ ging en sporten uit den boze was. Sindsdien zit Nijman met zijn twee Italiaanse teamgenoten thuis in hun gedeelde appartement in Cesano Maderno, een dorp in de buurt van Cantu.
Hij had nog wel geprobeerd om terug gaan naar Nederland, toen op 12 maart duidelijk werd dat de Italiaanse rolstoelbasketbalcompetitie niet meer hervat zou worden. Alleen gingen er geen vluchten meer. “Dus zit ik hier nog steeds”, zegt Nijman door de telefoon. “Ik heb inmiddels contact gezocht met de Nederlandse ambassade en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik sta op de lijst voor een terugkeer. Ik heb net gehoord dat ze op korte termijn vluchten naar Nederland gaan inplannen. Het einde lijkt nabij.”
Italië is een van de landen die het hardst door de uitbraak van het coronavirusis is getroffen, de provincie waartoe Cantu behoort in het bijzonder. Al weken wordt de bevolking gemaand binnen te blijven om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. De regels zijn streng. Nijman: “De eerste week binnen vond ik het niet zo erg. Ik had last van mijn schouder en kon die mooi rust geven. Lekker chillen, een beetje muziek luisteren en met mijn huisgenoten bedenken wat we zouden gaan koken. Best okay nog.”
Links en hierboven: Sebastiao Nijman in actie voor zijn Italiaanse club Cantu (foto's Basket Inside / Alessandro Vezzoli).
Zes weken later zit Nijman nog steeds vast in zijn appartement, al is de Italiaanse overheid inmiddels begonnen de maatregelen wat te versoepelen. “Ik was het thuiszitten en niets doen beu, dus ik ben nu aan de slag gegaan als online sales medewerker voor een Nederlandse energiebedrijf. Het zorgt voor wat inkomen en geeft me wat te doen. Het biedt wat structuur, een goede reden om op tijd op te staan.”
Zijn eerste seizoen als professioneel rolstoelbasketballer bij Cantu (de club betaalt het appartement, de boodschappen en een maandelijkse toelage) is Nijman goed bevallen. “Persoonlijk heb ik een goed seizoen gedraaid, bijna alles gespeeld en met het team ging het ook lekker. We pakten als bekerhouder meteen de Supercup door van kampioen San Stefano te winnen, dus ik houd aan mijn eerste buitenlandse seizoen in elk geval een prijs over. Ik heb kunnen laten zien wat ik waard ben in de wedstrijden. Wat mij betreft kom ik volgend seizoen terug hier, maar daar moeten we nog over praten. Daar is nu het moment niet voor.”
Sebastiao Nijman, Sebas voor vrienden, is geboren in Angola en werd al op jonge leeftijd getroffen door kinderpolio. Op de vlucht voor de oorlog in het land belandde zijn tante met hem in Nederland. Hij was toen vier. Wat er van zijn andere familieleden is geworden weet hij tot op de dag van vandaag niet, ook niet of zijn ouders überhaupt nog leven. Vier jaar lang trok hij van het ene naar het andere asielzoekerscentrum en toen op zijn achtste zijn tante in het ziekenhuis belandde, ‘ging het met Sebastiao niet zo goed’, zoals hij het zelf formuleert. Hij werd daarom bij een pleeggezin in Ermelo geplaatst, kreeg er zo veertien broertjes en zusjes bij en beschouwt de hele familie Nijman nu als zijn eigen familie.
Met Cantu beleefde Sebastiao Nijman een droomstart door meteen maar de Supercup te winnen.
Door de kinderpolio leeft Nijman al zijn hele leven met een lichamelijke beperking. “Door de kinderpolio zijn de spieren in mijn benen verlamd. Daarbij kreeg ik ook nog scoliose, een aandoening aan de ruggengraad, waardoor mijn bovenlichaam in elkaar wordt gekropt, net als bij een harmonica, zeg maar.”
Omdat hij wel eens wat brak bij het buiten spelen of zo soms een paar klappen kreeg, belandde Nijman in het ziekenhuis voor een operatie aan zijn ruggenwervel, waar pinnen in werden gezet. Tijdens het revalideren kwam hij in aanraking met rolstoelbasketbal. “In het revalidatiecentrum ontdekte ik dat ik er op vijf minuten van mijn huis een rolstoelbasketbalclub zit, sc DeVeDo. Omdat het goed voor me was om te gaan sporten, ben ik naar een training gegaan. Ik weet nog heel goed dat ik de eerste keer niet mee durfde te doen.”
Die schroom is er allang af. Als speler van het Nederlands mannenteam maakte hij al drie EK’s, één WK en één Paralynpische Spelen mee. Volgens bondscoach Cees van Rootselaar is Nijman een speler ‘die het spelletje snapt’ en door nu dagelijks met zijn sport bezig te zijn de komende jaren een belangrijke speler kan worden voor de Orange Lions. “Fijn dat Cees dat zegt. De afgelopen jaren was ik er wel, maar vooral verbaal aanwezig op de bank. Nu ben ik zover dat ik belangrijk wil zijn in het veld. Ik wil het daar laten zien, dat is mijn ambitie. Het mooie van Cees is dat hij ons professionalisme bijbrengt. We hebben allemaal spelers die op Europees topniveau spelen, maar hoe kom je als team verder? Hoe doe je dat met en voor elkaar? Als we die stap zetten, kunnen we in de toekomst internationaal hoge ogen gaan gooien.”
Volgens bondscoach Cees van Rootselaar maakt Sebastiao Nijman als international een veelbelovende ontwikkeling door (foto Steffie Wunderl).
Terug naar Cantu. Nijman is blij dat de Italiaanse overheid de bevolking wat meer bewegingsvrijheid gaat gunnen. “Natuurlijk snap ik de strenge maatregelen. We moeten met zijn allen tegen het virus strijden. Maar ik ben de afgelopen weken slechts drie keer buiten geweest. Twee keer om boodschappen te doen en één keer heb ik in het parkje bij ons appartement op een bankje gezeten, waarna de politie me wegstuurde. Het zou al mooi zijn als dat weer wat vaker kan.”
De volgende stap wordt de terugkeer naar Nederland. Hij zoekt iets voor zichzelf in Ermelo. “Ik kan natuurlijk bij mijn pleegouders terecht en er zijn ook genoeg vrienden die me onderdak aan hebben geboden. Dat is heel fijn, maar het liefst zou ik eigen woonruimte willen hebben. Maar het wordt op zeker Ermelo, daar heb ik mijn familie en mijn vrienden. Dat is mijn plek.”
Bij Basketball Nederland zijn we voortdurend op zoek naar de mooiste basketbalverhalen over personen, verenigingen en prestaties. Heb je een suggestie voor een onderwerp, mail naar communicatie@basketball.nl.