Door Ronald van Dam
Hij wil elke dag beter worden. Hij wil elk seizoen een stap omhoog maken. 27 punten scoren en 10 rebounds pakken – zoals onlangs tegen Melilla – is leuk, maar dat is voor Joey van Zegeren niet zaligmakend. “Het gaat er vooral om dat ze na afloop weten dat ik op het veld stond.” Was getekend, Joey van Zegeren, center bij Valladolid en Nederlands international.
In Out of Bounds zoekt Basketball Nederland wekelijks (digitaal) contact met landgenoten die in het buitenland spelen. In deze aflevering maken we nader kennis met Joey van Zegeren die bij de Spaanse club Valladolid speelt.
“Ik speel atletisch en zonder angst”, antwoordt de 30-jarige Van Zegeren op de vraag hoe hij zichzelf als basketballer typeert. Dat kan wel kloppen. De EK-kwalificatiewedstrijd tegen Zweden in de Turkse bubbel november vorig jaar was net twee minuten bezig, toen Van Zegeren een dunk van de Engelse Zweed Nicholas Spires met een meedogenloos block retour afzender stuurde (grote foto). “Ik weet wat ik goed kan en ik weet waar ik minder goed in ben.” Dat weet Spires nu ook.
Joey van Zegeren is voor velen ongetwijfeld een beetje de grote onbekende bij de Orange Lions. Ook dat kan kloppen, want behoudens vijf duels bij de Rotterdam Challengers in het seizoen 2009/2010 hebben we hem nooit in de Dutch Basketball League zien spelen. Hij was toen negentien, zat bij de U20-ploeg van de Rotterdam Challengers onder coach Mansour Einolagh en mocht leren bij het eerste team, gecoacht door Zlatko Jezerkic. Uiteindelijk kreeg hij in vijf eredivisieduels speeltijd.
Als zoon van een Nederlandse professor in de biologie bracht Van Zegeren de eerste acht jaar van zijn leven door in Zimbabwe en Malawi, waar zijn vader voor universiteiten werkte. Toen het gezin zich in Nederland in Hoogeveen vestigde, volgde hij zijn broer van de pleintjes naar de lokale basketbalclub HBV Falcons. “Mijn moeder, 1.80 meter lang, basketbalde in Zimbabwe. Ze was sportief aangelegd en liet mijn broer en ik kennis maken met basketball, wij hebben het van haar.”
Het was niet meteen liefde op het eerste gezicht. “Ik ben toen ik jonger was eigenlijk vrij snel weer gestopt met basketball en toen wat andere sporten uit gaan proberen, zoals voetbal en judo. Maar dat vond ik ook niet leuk.” De tweede keer, niet veel later, was het wel raak. “Toen ik het weer oppakte, kwam ik in een leuke groep terecht en dat veranderde alles. Vanaf dat moment wist ik: hier wil ik meer mee doen. Samen met mijn broer gingen we veel basketbalkampen af, om erachter te komen hoe we ons ontwikkelden ten opzichte van leeftijdsgenoten. Onze ouders ondersteunden ons, zolang het op school ook goed ging.”
Die ontwikkeling ging zo goed, dat Van Zegeren bij Landstede Basketbal in Zwolle in de jeugd mocht gaan spelen, eerst in de U18 onder coach George Abbringh en daarna in de U20 onder Mark van Schutterhoef. Na zijn overstap naar het U20-team van Rotterdam Challengers, kwam hij in het vizier van de Canarias Basketball Academy, het opleidingsprogramma op het Spaanse eiland Gran Canaria. “Kadeem Pantophlet, een speler van Den Bosch U20, had contacten met de CBA. En omdat wij met Rotterdam tegen Den Bosch speelden, ben ik zo met de Academy in contact gekomen. Dat jaar bij de CBA zaten toen ook Thomas van der Mars en Charlon Kloof, met wie ik nu weer bij de Orange Lions samen speel. Het was een stabiele vriendengroep die allemaal goed terecht zijn gekomen bij mooie universiteitsploegen in de Amerikaanse NCAA.”
Van Zegeren zelf koos voor Virginia Tech in de Atlantic Coast Conference, waar hij zijn eerste seizoen als ‘red shirt’ langs de zijlijn doorbracht. “Ik liep in ontwikkeling nog achter ten opzichte van de Amerikaanse jongens op mijn positie, dus het red shirt-jaar was de beste keuze voor mij”. Maar toen hij eenmaal echt het shirt van de Hokies mocht dragen, voelde Van Zegeren zich de koning te rijk. “Het was alles waar je als basketbalspeler van droomt. Basketball is daar zo’n grote sport. Volle hallen, spelen tegen grote scholen als Duke, North Carolina en Syracuse. Het was het walhalla.”
Met zijn derde coach in vier jaar tijd klikte het niet, waarna een transfer naar Northwestern University volgde voor zijn ‘fifth year senior’ jaar. “Bij Virginia Tech had ik al een bachelor studie in International Business afgerond en bij Northwestern University kon ik een masters opleiding in Integrated Marketing behalen. Northwestern University speelt in de Big Ten Conference die ook erg sterk is, en staat als academische school goed aangeschreven. Dat gaf voor mij de doorslag. Jammer dat ik nog voor de eindtoernooien van de Big Ten en March Madness tijdens een training geblesseerd raakte aan mijn knie en het seizoen niet af kon maken.”
Die knieblessure zorgde er ook voor dat Van Zegeren geen workouts voor NBA-teams voor de Summer League kon gaan doen. Na bijna zeven maanden revalideren vond zijn agent een club in Litouwen, maar daar vertrok hij al na twee maanden. “Ik zat daar in een klein dorpje in de middle of nowhere, er was niks te doen. Qua leven buiten het het veld had ik het er helemaal niet naar mijn zin.” Een overstap naar de Duitse Bundesliga ProA-club Trier, gecoacht door Marco van den Berg, bood soelaas. “Daar heb ik nog een heel seizoen kunnen spelen. Ik was nog steeds niet honderd procent hersteld, maar heb wel wat kunnen laten zien en kunnen leren van Marco en zijn filosofie als coach.”
Na één seizoen Leuven Bears in België, lonkte Spanje. De 2.08 meter lange Van Zegeren ging daar in het seizoen 2018/2019 spelen bij Oviedo in de LEB Gold, het op één na hoogste niveau in Spanje. Daar zit hij nog steeds, vorig seizoen bij Castello en dit seizoen bij Valladolid, een topclub in de LEB Gold, waar hij gemiddeld goed is voor 10,1 punten, 4,7 rebounds en 61,5 procent schot. “Ik wilde graag naar een Zuid-Europees land en in Spanje wordt op hoog niveau gebasketbald. Bij Oviedo begon ik als bankspeler. Bij Castello kreeg ik een grotere rol. En bij Valladolid weer meer mogelijkheden om meer te spelen en mezelf verder te ontwikkelen. Ik zit hier heel goed. Al zijn onze prestaties dit seizoen wisselvallig, hoe ik woon, de stad, de club, het bestuur, de coach, het team, alles is heel goed. Elk seizoen wil ik een stap vooruit maken, met als doel zo hoog mogelijk te komen. Als topsporter ga je altijd voor het hoogste.”
Dat gaat hij met de Orange Lions ook. In februari wacht het derde en laatste EK-kwalificatiewindow in opnieuw een Turkse bubbel, waar de Nederlandse mannen zich voor EuroBasket 2022 kunnen plaatsen. “We hebben alles zelf in de hand. Het is een geweldige ervaring om met het Nederlands team te spelen. Je staat tegen Europese toplanden, en van die ervaring kun je alleen maar beter worden. Het bevalt me heel goed, we hebben een goede groep qua persoonlijkheden, met een goed teamverband en onderlinge relaties, die allemaal naar het allerhoogste toe willen werken en Nederland trost willen maken.”