Door Ronald van Dam
Het scheidsrechterskorps neemt afscheid van twee oudgedienden. Als de Dutch Basketball League over een aantal weken hopelijk weer wordt hervat, gebeurt dat zonder Reinier van der Slooten (49) en Paul den Hartog (54). De een floot 21 jaar in de eredivisie bij de mannen, de ander 24. Genoeg reden om met beiden terug te blikken op een mooie loopbaan als basketbalscheidsrechter. Na Van der Sluis is het nu de beurt aan Den Hartog. ‘De absolute top speelt juist met de regels.’
“Het ging zoals bij iedereen”, vertelt Den Hartog, als hem wordt gevraagd waarom hij scheidsrechter is geworden. “Je speelt bij een club, er is bijna altijd een tekort aan scheidsrechters en dus krijg je de vraag of je wilt gaan fluiten. Voor je het weet volg je de F-cursus – zoals dat toen nog heette – en ben je scheidsrechter.”
Hij begon met fluiten bij WGW in Den Helder, daarna bij ASVU in Amsterdam, waar Den Hartog ging studeren, vervolgens bij BV Amsterdam en toen hij naar de buitenkant van de stad verhuisde, werd Harlemlakers zijn club. “Ik was iemand die als speler en coach vaak kritiek had op scheidsrechters. Als je het dan beter weet, moet je dat dan ook maar laten zien. Ik was nog junior toen ik begon en ik vond het fluiten meteen leuk. Op mijn eenentwintigste floot ik al in het Rayon en vier jaar later landelijk. Je begint in de Eerste Divisie en vervolgens schuif je elk jaar op naar wat nu de Dutch Basketball League is.”
Den Hartog is een generatiegenoot van Reinier van der Sluis, die zijn fluit dit seizoen ook aan de spreekwoordelijke wilgen heeft gehangen. “Ik begon met hem in het Rayon en daarna zijn we gelijk opgetrokken, we hebben zo’n beetje dezelfde weg afgelegd.” Met dat verschil dat Den Hartog ook nog FIBA-scheidsrechter is geworden en tot zijn vijftigste internationaal heeft gefloten. “Langer kan niet, want als je vijftig wordt, moet je van de FIBA stoppen.”
Stoppen. Paul den Hartog moet nog steeds wennen aan het idee dat hij geen scheidsrechter meer is. “Ik had wel tot mijn zevenentachtigste willen doorgaan. Maar je moet wel realistisch blijven. Er komt een moment dat je beseft dat je over the hill bent. Dat merk je vooral fysiek, als je jongens die dertig jaar jonger zijn moet proberen bij te houden. Als ik de laatste jaren doordeweeks een wedstrijd floot, dan zagen mijn collega’s op het werk dat de volgende dag meteen. Dan was ik niet zo spraakzaam. Je hebt steeds meer hersteltijd nodig tussen de wedstrijden. Ik moet eerlijk zijn: hoe leuk ik het ook vind en ofschoon ik op routine nog wel door had kunnen gaan, je moet een keer stoppen.”
Het was een proces. Den Hartog sprak er steeds vaker over met mensen in zijn omgeving. Anderhalf jaar geleden hakte hij de knoop door. “Dit afscheid was ruim van tevoren gepland. Het was een stip aan de horizon, omdat ik er maar geen afscheid van kon nemen. Dan is zo’n stip veilig ver weg. Voor mij werkt dat, dan begin je er langzaam aan te wennen. De mannenfinale van de Basketball Cup in maart zou mijn laatste wedstrijd worden. Nog één keer in een vol MartiniPlaza, nog één keer in die ambiance. Het had zo mooi kunnen zijn. Door COVID-19 is dat er helaas niet van gekomen. Heel jammer.”
Paul den Hartog, geflankeerd door collega-arbiters Mohamed Shouman en Bert van Sluiten in een volle MartiniPlaza.
Gevraagd naar mooie herinneringen en momenten, kan Den Hartog moeilijk kiezen. “Een heleboel, vooral een aantal FIBA-ervaringen. Toen ik Europees ging fluiten, waren de EuroLeague en de EuroCup nog niet afgesplitst van de internationale bond. Nu krijgen we wedstrijden op het derde Europese niveau, maar toen floot je bij topclubs als Limoges en AEK Athene, in hallen met tienduizend toeschouwers. Ik ben blij dat ik dat heb mogen meemaken. In Nederland heb ik veel finales mogen fluiten; altijd bijzonder, als er iets op het spel staat. Ik ga het missen. Heb vrede met mijn beslissing, maar ik zou zo weer beginnen. Om af te kicken kijk ik nu elke live stream. Van de twaalf DBL-duels totdat de de nieuwe competitie werd stilgelegd, heb er ik negen online gezien.”
Samen met o.a. Van der Sluis gaat hij zich nu storten op het begeleiden van jonge, talentvolle scheidsrechters. “Daar was ik al een tijdje mee bezig, maar zo lang je zelf fluit, kom je daar maar mondjesmaat aan toe. Er is genoeg te coachen. Wat is je filosofie achter het fluiten? Wat voor scheidsrechter wil je zijn? Zelf was ik bepaald niet van de school: dit is de regel, dus ik heb gelijk. Ik heb altijd geprobeerd oog te hebben voor alle belangen in het veld. Ik was geen wereldkampioen technische fouten geven, niet iemand die op zijn strepen ging staan. Hoezeer je ook met het regelboek in de hand gelijk hebt, in mijn ogen zijn de beste scheidsrechters geen regelneukers. Natuurlijk kun je met het precies volgen van de regel ver komen, maar de absolute top speelt juist met de regels.”
Deze website maakt gebruikt van cookies. Bekijk onze privacy verklaring.
Stay up to date!
Abonneer je op onze nieuwsbrieven
Het laatste event news en insider informatie voor scheidsrechters en coaches.
Kies je nieuwsbrief