Door Ronald van Dam
De Nederlandse basketballers bevonden zich precies drie weken geleden in een situatie waar ze helemaal niet in wilden zitten. Op de dag dat de eerste Russische soldaten Oekraïne binnentrokken, moesten de Orange Lions een WK-kwalificatiewedstrijd tegen Rusland spelen. Ze speelden. Omdat spelen – hoe beladen ook – eenvoudigweg een betere optie was dan niet spelen. Met international Luuk van Bree blikken we terug op deze bizarre ervaring. ‘Mensen die ons verwijten dat wij niet empathisch waren, zijn dat zelf niet’.
Reflecterend op wat hij drie weken geleden meemaakte, is ‘een dubbel gevoel’ het eerste dat Van Bree (grote foto) te binnen schiet: “Op zich is er met ons niets gebeurd, maar op dat moment was het super heftig”, vertelt de 26-jarige forward van Zorg en Zekerheid Leiden en het Nederlands mannenteam. “Als je het allemaal zou hebben gefilmd en nu terug zou kijken, kun je misschien denken dat het wel meeviel. Maar de stress die we toen voelden, was echt groot. Dat kun je je nu bijna niet meer voorstellen.”
Op zondag 20 februari, vier dagen voor de wedstrijd in Perm, komen de Orange Lions bij elkaar in Amsterdam in de Holiday Inn Arena Towers, hun vaste verzamelplaats. Om te testen op COVID-19 en bijgepraat te worden door teammanager René Vlaanderen. Van Bree: “De dreiging van een Russische invasie in Oekraïne was er, maar de verwachting was toch dat er op korte termijn niets zou gebeuren. Natuurlijk zitten die oplopende spanningen wel in je achterhoofd, maar volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken en sportkoepel NOC*NSF stonden alle seinen om daar te gaan spelen op groen.”
Eenmaal in Perm verandert alles in rap tempo. “Donderdagochtend vroeg, op de dag van wedstrijd, kregen we al heel snel via het nieuws mee dat de oorlog was uitgebroken. Iedereen was meteen in shock en het was onderwerp van gesprek. Je denkt: wat nu? We zagen de berichten binnen komen, maar er was nog geen officiële reactie van de Nederlandse regering op dat moment. Onze eerste gedachte was: kunnen we weg? Nee, dat kon niet. Er was geen eerdere vlucht terug dan die al gepland stond een dag na de wedstrijd. Terwijl wij een shootaround afwerkten zou er overleg zijn tussen de FIBA, de plaatselijke autoriteiten in Perm, de Russische en Nederlandse bond.”
De selectie en staf van het Nederlands team zoals ze in Perm aantraden tegen Rusland.
Na anderhalf uur in de sporthal te zijn gebleven, keren staf en selectie terug naar het hotel om de koppen bij elkaar te steken. “Er was geen oorlog daar, in Amsterdam zaten ze dichterbij Oekraïne dan wij in Perm. Van de plaatselijke overheid kregen we te horen dat onze veiligheid was gegarandeerd en voor de Nederlandse Basketball Bond was dat de eerste prioriteit. Maar er is ook nog zoiets als een ethisch of moreel vraagstuk. Kun je wel spelen in een land dat net een oorlog is begonnen? De FIBA nam daarover geen standpunt in, er lagen geen protocollen klaar, maar aan ons werd door de instanties niet gedacht en niet gevraagd: wat willen jullie eigenlijk?”
“Het was bizar”, zegt Van Bree. “Een paar uur voor de wedstrijd ben je de wereldpolitiek aan het bespreken. Iedereen stond er anders in, al hadden de meeste spelers in de selectie wel een ethisch bezwaar om de wedstrijd tegen de Russen te spelen. Tegelijkertijd was er nog geen internationale sportboycot. En wat we niet wisten: hoe zou de lokale overheid reageren, als we niet zouden spelen en dat als een statement zou worden opgevat? Kom je wel veilig thuis? Daarmee wil ik overigens niet suggereren dat er iets gebeurd zou zijn als we niet hadden gespeeld. Maar we wisten het gewoon niet, er was twijfel.”
Van Bree draait de film nog eens terug. “Er speelt van alles door je hoofd. Het publiek en de Russische spelers hadden natuurlijk niets met de oorlog te maken. Toch voel je je bezwaard. Doen we niet iets heel erg fout als we wel gaan spelen? Hoe kijkt Oekraïne naar ons als we wel gaan spelen? Als groep hebben we daar eerlijk en open over kunnen praten, waarbij de meningen verschilden. Uiteindelijk was de consensus: we gaan als team spelen, al had elke individuele speler natuurlijk wel de vrije keuze om dat niet te doen. Het was mooi dat we dat als groep op deze manier hebben kunnen bespreken.”
Vervolgens begint het lange wachten op de wedstrijd. Met een totaal andere voorbereiding dan anders. “Normaal doe ik altijd tussendoor een dutje, maar dat lukte me nu niet. En in de voorbespreking ging het wel over hoe we de pick-and-roll van de Russen zouden gaan verdedigen, maar dat is op zo'n moment niet zo belangrijk meer. Toen we eenmaal aan de wedstrijd waren begonnen, ging de knop toch enigszins om. Ik heb zelf niet gespeeld, maar ik vond het bijzonder om te zien hoe professioneel en gefocust er onder de omstandigheden werd gebasketbald. Dat je als atleet dat niveau nog kan halen, vond ik knap.”
Van Bree vindt het knap dat zijn teamgenoten, zoals Thomas van der Mars, de knop om konden zetten.
Ondertussen komen er in Nederland de nodige reacties los en die zijn – om het zachtjes uit te drukken – niet allemaal even positief. Van Bree was niet verrast. “Ik heb internationale betrekkingen gestudeerd, ik wist dat het wel of niet spelen van de wedstrijd reacties zou oproepen en discussie zou los maken. En dat is ook goed en maatschappelijk ook belangrijk, om die discussie te voeren. Op elk niveau kun je met argumenten voor en tegen komen. Maar ze beseffen niet dat wij daar waren. Mensen die ons verwijten dat wij niet empathisch waren en niet met het lot van Oekraïners waren begaan, maken zelf de fout dat ze niet empathisch naar ons waren. Toch een beetje de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Bij de Orange Lions ben ik niet de grootste naam, maar sommige spelers kregen het op sociale media behoorlijk te verduren en dat is niet leuk. Als je wordt veroordeeld en aangevallen op iets waar we eigenlijk geen keuze in hadden, dan is dat heftig. Toen voelde dat zo, nu denk je: ach, die paar mensen op sociale media… waar maken we ons druk om.”
Op deze website verschijnen twee dagen achter elkaar statements van de NBB over de Orange Lions in Rusland, de eerste op de dag van wedstrijd met een noodgedwongen zakelijk karakter, maar de tweede – meteen na landing op Schiphol – maakt goed duidelijk met welk dilemma de spelers hebben geworsteld. “Na dat tweede statement werd het meteen rustig”, herinnert Van Bree zich. “Dat was een duidelijk en helder verhaal. Nu we drie weken verder zijn merk om je heen dat veel mensen met de oorlog in Oekraïne bezig zijn en er wordt meegeleefd met de bevolking daar en de mensen op de vlucht. Persoonlijk raakt dit me meer dan andere wereldse gebeurtenissen, omdat we in Rusland er onbedoeld onderdeel van werden. Je volgt het, het grijpt je aan.”
Van Bree zegt er veel over na te denken, ook over de sportieve gevolgen. “Onze thuiswedstrijd tegen Rusland werd gecanceld, Russische clubs zijn uit de Europese clubcompetities gezet. Is zo’n sportboycot goed? Heeft het zin? Persoonlijk heb ik altijd gevonden dat sport en politiek gescheiden moeten blijven en dat sport mensen te allen tijde moet verbinden. Politiek is veel omvattend. Maar dit gaat niet over een huurverhoging of het invoeren van rekening rijden, dit is vele malen ingrijpender. Het verspreiden van desinformatie is onderdeel van Poetins strategie. Door niet te spelen tegen Russische teams maak je aan de Russen duidelijk dat er iets aan de hand is. Het is een krachtig signaal naar hen toe waarmee je uiteindelijk hoopt een goede reactie te bereiken. Misschien is onze wedstrijd wel de laatste die voor langere op Russisch grondgebied is gespeeld. Ik sta nog steeds achter de beslissing om te spelen. Het meest bijzondere was vooral de discussie, want ik vind dat je als basketballer en als basketbalsport bij de maatschappij betrokken moet blijven.”
Foto's: fiba.basketball