18 augustus 2020
Onderzoekers geven tips over hoe basketballers in de flow kunnen komen
Door Luuk von Burg
Je loopt met je borst naar voren, geen enkele stap die je zet voelt zwaar aan en je hoeft geen seconden na te denken voordat je de bal feilloos door de ring schiet; je zit in de flow. De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft onderzoek gedaan naar dit fenomeen en hoe je jezelf kunt trainen om makkelijker in deze optimale wedstrijdvorm te komen.
“Bij basketball komt, net als in het echte leven, intens geluk alleen als je volledig in het hier en nu bevindt”, is hoe Hall-of-Fame-coach Phil Jackson de flow omschrijft. Hier sluit onderzoekster Sarina Verwijmeren zich volledig bij aan. “Het gevoel dat tijd voorbijvliegt en je aan niks anders denkt dan het spel, dat heet flow. Het levert significant betere prestaties op en verkleint de kans op een athletes burnout.”
Verwijmeren onderzocht samen met hoogleraar Arbeids- en organisatiepsychologie Arnold Bakker hoe sporters deze flow betreden en of het stilleggen van de sportcompetities door de uitbraak van het coronavirus hier effect op heeft. De resultaten leverden concrete tips op voor basketballers en basketbaltrainers om toe te passen.
“Basketballers die van nature trainingen uitdagender maken komen duidelijk vaker in een flow”, begint Verwijmeren. “Ook coaches kunnen hier een rol in spelen door een extra spelelement toe te voegen, of te simuleren dat de oefening onderdeel is van een echte wedstrijd”, legt de onderzoekster uit.
Verder heeft Verwijmeren ontdekt dat spelers die van zichzelf competitiever zijn, meer fantasie hebben, initiatief tonen en speelser zijn, eerder in deze ultieme wedstrijdvorm kunnen komen. Aan de andere kant ziet de onderzoekster dat basketballers die altijd hetzelfde doen op training en zich niet uitdagen moeite hebben met in the zone komen.
Coronamoe
“Door de uitbraak van het coronavirus kan bij sporters het gevoel ontstaan dat zij voor niks trainen. Ook kan de manier van trainen, waarbij een beroep wordt gedaan op de fantasie en het eigen initiatief van de sporter, het negatieve piekeren over het coronavirus tegenaan”, zegt Verwijmeren.
“Het is vooral effectief als de creativiteit van de speler zelf het werk doet, dan als het opgelegd zou worden. Want dan zou het aanvoelen als ‘werk.’”
