!
Barneveld buitenveld
1 juni 2020

Tower Jumpers bouwen basketbalveld in eigen tuin

Door Luuk von Burg

Een basketbalveld in de tuin, het is de droom van iedere basketballer. De voorzitter van de Barneveldse Tower Jumpers liet het niet bij een droom en legde met behulp van de club een prachtig veld neer. De gigantische tuin is, zeker in deze tijd, een uitkomst voor de vereniging.

“Ik bedacht me een paar jaar geleden dat het maar zonde was om met die grote tuin niks te doen”, vertelt Mark Veldhuizen. “Toen hebben we een stukje bos gekapt, een kuil gegraven, beton gestort en baskets op de kop getikt.”

Het veldje in de achtertuin is sindsdien het trefpunt van de vereniging geworden in de zomer. Er wordt met mooi weer altijd gebruik van gemaakt. “Zeven dagen in de week”, zegt Veldhuizen trots. “We zitten in Barneveld, maar toch ook soms op zondag.”

De uitbraak van het coronavirus heeft het veld een laatste zetje gegeven. In samenwerking met de gemeente zijn er lijnen op het veld geplaatst en hebben een paar handige jongens klapringen op de baskets gemonteerd.
Nu trainen de jeugdteams weer volop en gooien de senioren rustig een balletje. Ook de rolstoelbasketballers maken gebruik van het veld. “De rolstoelers willen eigenlijk niet meer terug naar de zaal. Buiten rolt het natuurlijk veel makkelijker”, zegt Veldhuizen lachend.

Niet alleen de vereniging weet de weg naar de achtertuin te vinden. Ook van buitenaf is er interesse om een balletje te gooien. Een paar zomers geleden stond er opeens een groep Litouwse seizoenarbeiders op het veld. “Ik hoorde gestuiter, maar verwachtte niemand. Dus toen ben ik gaan kijken en zag ik een onbekende groep mannen basketballen. Toen ik vroeg wat ze in mijn tuin deden, hadden ze helemaal niet door dat het een tuin was. Het was natuurlijk geen enkel probleem, maar ik stond wel even vreemd te kijken. Nu komen ze ieder jaar en laten ze een krat bier achter.”

Naast dat het natuurlijk geweldig is om op een solide veld een balletje te kunnen gooien, is het ook belangrijk voor de vereniging om contact te houden met de leden, weet Robert Sedney. Als technische commissie ziet hij hoe het trefpunt een sociale rol vervult. “We laten hier aan de leden zien dat we er nog steeds zijn. Dat we alsnog proberen zoveel mogelijk basketbal aan te bieden”, zegt Sedney. “Ik hoor van andere verenigingen dat veel leden opzeggen, omdat ze niet weten waar ze aan toe zijn. Daar hebben wij nu gelukkig geen last van.”

Sedney adviseert dan ook aan iedere basketbalvereniging om zich hard te maken voor een tijdelijke buitenaccommodatie. Maar hij weet dat niet iedere vereniging zoveel geluk heeft als de zijne. “Wij hebben het natuurlijk wel getroffen. Maar het begint bij goed contact met de gemeente. Dat heeft Mark (Veldhuizen) goed voor elkaar.”

Het is tijd voor Veldhuizen om zich te gaan omkleden. “Als het dan toch in mijn tuin ligt, kan ik er maar beter ook gebruik van maken”, zegt hij met een grote lach op zijn gezicht. “Een beetje spelen op anderhalve meter is nog niet het echte werk. Maar het is in ieder geval iets!”

Gerelateerde artikelen