Een speler mag niet, na zijn eerste dribbel beëindigd te hebben, voor de tweede keer gaan dribbelen. Dat mag je pas weer als je bal verliest door:
Je mag ook weer dribbelen, nadat je eerst de bal hebt gepasst naar een medespeler en dan weer ontvangt.
Een dribbel is beëindigd, zodra de speler de bal gelijktijdig met beide handen raakt, of de bal in één of beide handen tot stilstand laat komen.
De bal tegen het bord gooien en vervolgens weer vangen, zonder bedoeling te doelen, is geen dribbel.
Als deze speler al gedribbeld heeft of hij gaat vervolgens dribbelen, begaat hij een ‘second dribble’ overtreding.
Een speler mag tijdens het dribbelen een onbeperkt aantal passen nemen als de bal niet in aanraking is met zijn hand.
Het ‘dragen’ van de bal tijdens een dribbel is strafbaar, de bal komt immers tot stilstand in de hand.
In de praktijk betekent dit dat de hand, als er contact is met de bal, niet onder bal mag komen als je aan dribbel bezig bent.
Als een speler een hoge dribbel maakt en daarbij blijft zijn hand boven de bal, dan maakt hij geen overtreding.
Hieronder een voorbeeld van een fumble. De controle over de bal wordt verloren. In dit geval is er geen sprake van dubbel dribbelen als de speler (opnieuw) wil gaan dribbelen.
Deze website maakt gebruikt van cookies. Bekijk onze privacy verklaring.
Stay up to date!
Abonneer je op onze nieuwsbrieven
Het laatste event news en insider informatie voor scheidsrechters en coaches.
Kies je nieuwsbrief