!
4.jpg

4. Schotklok

Competities

Voorbeeld filmpjes

4. Schotklok

De schotklok-regel is van toepassing in alle bekercompetities (alle categorieën) en alle landelijke competities: Eredivisie en 1e divisie, zowel voor jongens/mannen als meisjes/vrouwen. Naast deze competities wordt deze regel toegepast bij de senioren competities in de 2e en 3e divisie, zowel bij de mannen als vrouwen.

Deze schotklok geeft aan hoeveel seconden een ploeg nog heeft om een schot te nemen.

Als een team voor het eerst controle over de bal heeft, dan krijgt zij 24 seconden om de doelpoging te maken. In speciale situaties zal dat nog maar 14 seconden zijn.

Er moet een schot worden genomen voordat het signaal van de schotklok klinkt Als de bal de ring niet raakt wordt de schotklok niet terug gezet en loopt deze door. Het maakt niet uit of dit door een schot, een pass of op een andere manier is gebeurd. De schotklokperiode van 24 seconden begint als een speler op het veld balbezit heeft.

Er is sprake van een overtreding als een ploeg het niet lukt om binnen 24 seconden een doelpoging te maken, waarbij de bal of in de ring gaat of de ring raakt. Raakt de bal de ring wel dan zal bij balbezit een nieuwe schotklokperiode gaan lopen. Als het aanvallende team weer balbezit verkrijgt dan wordt de schotklok naar 14 seconden terug gezet, en als dit het verdedigende team is een volledige periode van 24 seconden zijn.

De schotklok stopt bij elk fluitsignaal.

Een schotklokperiode gaat opnieuw in als:

  • er gefloten is voor een fout. In dit geval is het bepalend of dit op de aanvalshelft of verdedigingshelft wordt gedaan. Op de verdedigingshelft zal een nieuwe periode van 24 seconden starten. Op de aanvalshelft kijken we eerst of er meer of minder dan 14 seconden op de schotklok staat. Als dit meer is, dan blijft de schotklok zo staan. Als het minder is gaat de schotklok terug naar 14 seconden;
  • er is gefloten voor een overtreding;
  • de wedstrijd wordt onderbroken door een scheidsrechterstime-out veroorzaakt door de verdedigende ploeg (blessure, losse veter); of door iets waar beide ploegen niets aan kunnen doen (bal in het veld, klok staat stil);
  • bij een score;
  • als de bal de ring raakt;
  • bij wisseling van balbezit.

Als de bal alleen het bord raakt of de ring mist, nadat het signaal van de schotklok heeft geklonken, wordt de wedstrijd niet onderbroken. De schotklokperiode blijft dan door lopen.

Wanneer de ploeg, die balbezit had, ook balbezit krijgt als gevolg van beurtelings-balbezit-regel, dan wordt de schotklok niet teruggezet.

Als de bal alleen het bord raakt of de ring mist, nadat het signaal van de schotklok heeft geklonken en het is overduidelijk dat de tegenstander (in dit geval de verdedigende ploeg) rechtstreeks in het bezit van de bal komt, wordt de wedstrijd niet onderbroken.

Dus als de aanvallende ploeg weer balbezit krijgt, of als het niet duidelijk is dat de verdedigende ploeg controle over de bal krijgt, dan moet er voor een schotklokovertreding gefloten worden.

Indien er sprake is van een schotklokovertreding, fluit de scheidsrechter af en krijgt de tegenstander de bal aan de zij- of eindlijn (het dichtste bij de plaats van de overtreding).