Door Jacob Bergsma
De coach van ons allemaal is niet meer. De coach die Nederland in 1983 naar de vierde plek op het Europees Kampioenschap loodste. Maandagmiddag 1 maart overleed Vladimir Heger in het Tsjechische Pilsen. Een nationale coach om van te houden. Velen deden dat. Ze noemden hem ‘Oom Vladi’.
Hij oogde enigszins breekbaar, Oom Vladi. Breekbaarheid, die met de jaren zou toenemen door fysieke malheur, die hem na Nederland deed vertrekken naar warmere oorden, zoals Portugal en Turkije, waar hij zijn kennis ook ten dienste stelde aan de nationale ploegen. Zoals hij altijd en overal zijn kennis ten dienste stelde.
Wanneer ogen de spiegel van de ziel zijn, dan kon je bij Vladimir Heger in onpeilbare diepten terecht komen. Hij torste een leven lang de consequenties met zich mee van vele beslissingen die niet dóór hem maar vóór hem waren genomen.
Toch, zijn ogen ontvingen je altijd met vriendschap, met oprechte belangstelling. Zoals hij keek: zijn ogen stonden zacht. Zoals hij sprak: je moest er je oren soms voor spitsen. Zoals hij soms een vaderlijke hand op jouw hand kon leggen.
Wat ook zo opvallend was: zoals hij schreef. Heger verspilde geen papier. De bladspiegel van ieder A4tje werd ten volle benut. Zijn hersenen maalden altijd door en hij schreef alles op. In een klein en enigszins archaïsch handschrift. Was hij ertoe in staat geweest, dan had hij ook de zijkanten van het A4tje nog benut. Pijlen, cirkels, onderstrepingen – soms wel drie, vier of vijf dikke strepen – waren tekenen dat hij immer bezig was gestructureerd te denken. Van gedachten probeerde hij altijd plannen te maken.
Toen Vladimir Heger niet meer als coach op het veld stond, maar als topsportcoördinator op het bondsbureau aan het Frederiksplein zat, stapte hij op de toenmalige directeur Wim Mateboer af. Ook Wim Mateboer werd in de basketbalwereld met ‘Oom’ aangesproken. Oom Vladi vroeg aan Oom Wim of hij nog een kast kon krijgen om er zijn stapels papieren in te bewaren. Die kast kreeg hij niet.
“Dit is mijn hele leven”, zei Vladimir Heger: “Eén kast…”
Hij was altijd bereid die kast van zijn leven voor je open te maken. Herinneringen, hoe pijnlijk soms ook, hij diepte ze voor je op. En wanneer je een bijdrage kon leveren aan de sport die hem zo dierbaar was, dan borg hij ook jouw gedachten op in zijn spreekwoordelijke kast. Kennis vergaren was voor Vladimir Heger belangrijk. Maar nog belangrijker vond hij het die kennis met anderen te delen.
Dat deed hij al voor zijn aanstelling als topsportcoördinator van de NBB. Het Tsjechoslowaakse basketbal liep voor de troepen uit. Nederland keek in de jaren zestig verlekkerd naar het niveau en Heger – actief bij alle grote kampioenschappen – was altijd aanspreekbaar. De Tsjechoslowaakse sportbestuurders wilden hun kennis ook wel delen, als er maar werd betaald door het kapitalistische Westen. Egon Steuer kwam hier in 1967 als eerste en moest in februari 1970 terug. Maar Steuer koos voor Nederland en bleef hier.
In 1981 maakte een subsidie van het ministerie van CRM de komst van Vladimir Heger mogelijk. In september van dat jaar kon Heger als topsportcoördinator worden aangesteld. Bij zijn introductie zei Jan Loorbach: “We wilden van de Tsjechoslowaakse autoriteiten de spijkerharde garantie hebben dat Heger tenminste voor twee jaar in Nederland mocht blijven.”
In 1986 – vijf jaar na zijn aanstelling bij de NBB – hakte Vladimir Heger een Gordiaanse knoop door. Een paar dagen voor de start van het WK in Spanje kwam van overheidswege de sommatie terug te keren naar Tsjechoslowakije. Het verzoek om verlenging van zijn verblijf in Nederland toe te staan, was definitief afgewezen. Hij weerstond de opdracht van zijn thuisland Tsjechoslowakije om terug te keren. Zijn 21 jaar jongere vrouw Marcela Váchová – topturnster in de jaren zeventig, met een bronzen teammedaille op de WK van 1970 in Ljubljana en de 16de plaats bij het paardspringen op de Olympische Spelen van 1972 in München – en zijn kinderen (Michal en Monika) hadden immers hun hart aan Nederland verpand.
Voor Heger was Tsjechoslowakije maar al te letterlijk zijn moederland. Hij bracht nog een snel bezoek aan zijn ouderlijk huis, probeerde zijn moeder over te halen ook naar Nederland te komen, maar nam toen de beslissing ten faveure van zijn gezin. In 1987 zei hij: “De kans dat ik mijn oude moeder nu nooit meer zie, is groot…”
Dat verscheurde hem. De zelfverkozen ballingschap als politiek vluchteling viel hem zwaar, al had hij het voorbeeld van zijn broer die al in 1967 naar Canada was vertrokken. Heger vroeg en kreeg het Nederlanderschap. Maar soms, heel soms, stond hij met tranen in de ogen in de tuin van zijn rijtjeshuis. En dan zong hij zacht de wereldhit van Tom Jones over ‘the green, green grass of home’. Fluisteren was het meer…
Aan hem was geen zanger verloren gegaan. Op school in Praag spijbelde hij zoveel als mogelijk, vooral tijdens de zanglessen. Ook de lessen in tekenen sloeg hij bij voorkeur over. Dan ging hij – zonder dat zijn strenge ouders dat wisten – basketballen. Op sportschoenen die hij had verstopt tussen de vuilnisbakken.
Hij was er op 30 januari 1932 geboren. Als zoon van een boerenzoon uit Moravië, die naar Praag was gekomen om er voor waterbouwkundig ingenieur te studeren, en een dochter uit een vooraanstaande familie van advocaten. Moeders kant behoorde tot de nationale elite, de top vijf van de advocatuur. Vladimir Heger groeide op in betrekkelijke weelde. In de Praagse wijk Vinohrady, de Koninklijke wijngaard.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Heger zwaar geveld door angina, reuma en een hartkwaal; gelijktijdig. Volkomen gebiologeerd las hij op zijn ziekbed een boek over het Zweedse loopwonder Gunder Haegg. De weg naar herstel legde hij vervolgens af op het tuinpad, in de geest van Gunder Haegg: “Dat tuinpad was zo lang, dat ik er gemakkelijk mijn sprints op kon trekken.” Zo’n woning had niet iedereen in Tsjechoslowakije…
In februari 1948 – Vladimir Heger was 16 jaar oud – raakte de familie in één klap alles kwijt. Tijdens de Praagse coup grepen de communisten de macht. Bezit werd waardeloos en zelfs verboden. Om het hoofd te kunnen bieden aan de switch van een onbekommerde jeugd naar een leven vol beperkingen zocht Vladimir Heger zijn toevlucht in het basketbal.
De situatie in Praag vertoonde overeenkomsten met Amsterdam. In Tsjechoslowakije concentreerde de sport zich ook in de hoofdstad, waar zeven van de twaalf eredivisieploegen hun onderkomen vonden. De mijnsteden waren de grootste concurrenten. In de mijnbouwsteden Ostrava en Prievidza droegen de mijn werkers verplicht bij iedere salarisuitbetaling één kroon af om de basketbalclubs in hun steden te steunen. Uiteindelijk gebeurde daardoor wat ook met Amsterdam gebeurde: het basketbal vertrok naar de provincie.
In 1954 speelde Heger in Praag in de kampioensploeg van ATK. In 1965 werd hij coach van de mannen van Sparta Praag. In datzelfde jaar kreeg hij de nationale mannenploeg onder zijn hoede. Waarmee zijn status opnieuw toenam. Het lijntje naar de centrale overheid was kort. Heger: “Als ik ergens kwam, dan kwam ik namens de minister en dan werd ik met respect behandeld. Later, wanneer ik in Nederland zei dat ik namens de NBB kwam, dan werd ik uitgelachen.”
Vladimir Heger was als coach meteen succesvol. In zijn eerste periode als bondscoach (tot 1970) werden zijn teams tweede en derde tijdens de Europese kampioenschappen van respectievelijk Finland (1967) en Italië (1969). In 1972 kreeg hij de Tsjechoslowaakse mannen opnieuw onder zijn hoede. Dit keer voor een periode van vijf jaar. Met de vrouwen van zijn land pakte hij brons op het EK van 1978.
Al in 1966 werd hij benaderd door Alexander Nikolic om hoofdcoach van de Italiaanse topclub Bologna te worden. Hij kreeg er in zijn thuisland geen toestemming voor. Vijf jaar later kon hij wéér weg maar opnieuw kwam er geen toestemming. Pas in 1980 leek de weg naar het Westen – en meer in het bijzonder West-Duitsland – open te liggen, maar dit keer gooide de Amerikaanse boycot van de Spelen in Moskou roet in het eten. Na de Spelen sloeg Turkije razendsnel toe. Vladimir Heger mocht in 1980 naar Tofas Bursa.
Het verblijf in Turkije was van korte duur. In de Turkse competitie werd toestemming gegeven voor het aantrekken van Amerikaanse spelers, waarna de club Heger meedeelde dat er voor hem geen geld meer was.
Inmiddels hengelden Nederland en Zweden naar zijn diensten. Prago Sport moest een knoop doorhakken. Voor Zweden zou sowieso geen toestemming worden gegeven. Een – aldus Jan Loorbach – ‘stevige’ donatie uit Nederland haalde de Praagse beslissers over de streep. Het was een unicum, omdat bij hoge uitzondering de hand werd gelicht met de regel dat er tussen twee periodes in het buitenland altijd een periode van drie jaar in Tsjechoslowakije moest zitten.
Heger zei bij zijn aankomst in Nederland meteen iets zeer opmerkelijks: “Het nationale mannenteam komt op de tweede plaats.” Opleiden, opleiden, opleiden en de sport meer spreiden over het land, dat waren voor Heger veel grotere uitdagingen. Hij kwam met het uitvoerige ‘Plan Heger’. Daarvan maakte het zogenoemde ‘Witte-Vlekken-Plan’ onderdeel uit.
Bij het Nederlands mannenteam verdubbelde hij de intensiteit. Onder zijn voorganger Ton Boot speelde Nederland in 1981 tien wedstrijden. Onder Heger moesten de internationals in 1982 twintig keer aan de bak. In 1985 waren dat al 25 interlands in één jaar. En daar kwamen dan nog de niet-officiële wedstrijden bij. Zo maakte Oranje in november 1983 een trip van twee weken langs negen topcolleges in Amerika.
Thuis trok Heger met zijn mannen de provincie in: naar ’s-Heerenberg, naar Gemert, naar Weesp, naar Uden. Zo kon het gebeuren dat de spelers van de Sovjet Unie met Vladimir Tkatchenko en Alexander Gomelski dachten: vandaag is het vrijdag, dan moet dit Hoorn zijn… In Uden tegen Polen liet Heger Rik Smits als international debuteren.
Zijn aanpak had succes. Heger coachte de Nederlandse mannen in 89 duels en won 46 keer. De Nederlandse vrouwen coachte hij in 49 wedstrijden met een 21-28 record. Han Wallaart en Rob de Vries deden in die periode het meeste werk, want naast de coaching van twee nationale teams was Heger uiteindelijk bij de bond in dienst als topsportcoördinator. De twee EK’s in 1983 en 1985 leverden voor de oranje vrouwen de achtste en de elfde plaats in de eindrangschikking op.
Het was de heilige overtuiging van Vladimir Heger dat alleen hard werken zou lonen. Hij introduceerde de ‘flex’ als aanvalsconcept en hield daar aan vast. Dat leverde hem zowel botsingen met internationals als succes op. Botsingen, omdat spelers soms in verweer kwamen tegen zijn one-size-fits-all-benadering. Maar het succes was ONGEKEND. In 1982 werden de Nederlandse mannen ongeslagen kampioen van de Challenge Round door in Portugal maar liefst twaalf keer op rij te winnen. Daar kwam het gedroomde Walhalla van het EK van 1983 nog eens bovenop. Zeven duels in Caen en Nantes, ‘slechts’ drie overwinningen… En toch: Nederland was de nummer vier van Europa!
Heger ventileerde het niet, maar het was daar in Frankrijk in 1983 dat hij zag waar het in het Nederlands basketbal stokte. “We moeten nú profiteren”, werd gretig opgetekend uit de mond van een bestuurder, maar Heger wist al lang dat er in Nederland een groot verschil zat tussen woorden en daden. Toen hij terugkeek op zijn periode als bondscoach zei Heger daarover: “Ik heb mijn twijfels over de toekomst van het Nederlands basketbal. We praten te veel. We werken te weinig. Als topsportcoördinator reed ik van vergadering naar vergadering. Ik had soms wel drie vergaderingen die alle drie op hetzelfde tijdstip begonnen.”
Het einde kwam in Antwerpen, waar Nederland tijdens de Challenge Round van juni 1986 de kwalificatie voor het EK van 1987 in Athene veilig stelde. ‘Basketballers wijzen Heger weg naar EK’, luidde de veelzeggende kop in dagblad Trouw. Meteen na het EK werd de roep van de internationals om een andere benadering door de NBB gehonoreerd met het op non-actief stellen van Heger als bondscoach. Ruud Harrewijn werd als zijn opvolger aangesteld.
Bijzonder trekje van Heger. Nederland mocht in 1982 na de ongeslagen eindzege in de Challenge Round in Portugal naar Zuid-Amerika, om daar zes interlands te spelen tegen Brazilië, Panama en Puerto-Rico. Heger kon niet mee, omdat het Nederlands vrouwenteam de voorkeur verdiende te krijgen. In Zuid-Amerika debuteerde Harrewijn als bondscoach. Die zes interlands streepte Heger persoonlijk uit de boeken, omdat in zijn visie interlands alleen interlands waren wanneer de échte bondscoach op de bank zat.
Tussen alle bedrijven door werkte Vladimir Heger ook nog als clubcoach. In 1983 verving hij Ton Boot bij Nashua Den Bosch in de Europese uitwedstrijd tegen Honved Boedapest. In 1984 volgde hij Boot in Den Bosch op. Hij werd in januari 1985 bij Nashua ontslagen en opgevolgd door Jan Dekker. Na zijn periode als bondscoach werkte hij in 1987 bij ICL Zaandam, waar hij Eric Kropf als coach afloste. Heger coachte er tien wedstrijden, die alle tien verloren gingen. Hij belandde in het seizoen 1988-1989 op de bank bij Akrides, een periode die zowel sportief als privé op z’n zachtst gezegd ‘weinig succesvol’ was. Hij keerde kortstondig terug bij Oranje als assistent van Randy Wiel.
Voor zijn grote verdiensten werd hij in 2013 in zijn geboorteland opgenomen in de Hall of Fame voor coaches. In Nederland viel hem geen enkele onderscheiding ten deel. Wel kreeg hij een emotioneel en bijzonder afscheid.
Het officiële einde van het arbeidzaam leven van Vladimir Heger viel op 1 maart 1993, toen hij met de VUT ging. In mei van datzelfde jaar coachte hij voor de laatste keer in de Maaspoort, waar het Nederlands team het bij gelegenheid opnam tegen de Magic All Stars. Het was een afscheid met veel symboliek. De politiek geknevelde coach uit het voormalige Oostblok kreeg een warm afscheid van een van de grootste basketballers uit het vrije Westen: Earvin ‘Magic’ Johnson. De Maaspoort stond als één man op om Oom Vladi een minutenlange staande ovatie te geven. Daar stond hij, de breekbare coach. De coach van ons allemaal. En hij huilde van trots.
Michal, zijn zoon, schreef maandag 1 maart op Facebook dat ‘een infectie bovenop een asymptomatische COVID infectie’ Vladimir Heger fataal was geworden. “Zijn biologische batterij was simpelweg te leeg om deze aanslagen nog te kunnen weren.”
Oom Vladi werd 89 jaar oud.
‘Yes, they'll all come to meet me
Arms reaching, smiling sweetly
It's good to touch the green, green grass of home’