Onlangs nam de Nederlandse Basketball Bond het bericht in ontvangst dat Els de Groot is overleden. Er is binnen de bond met grote verslagenheid gereageerd op dit enorme verlies. We ontvingen een mooi schrijven over wat Els voor de sport betekend heeft – al valt dit nooit in één tekst te vatten. De NBB is Els ontzettend dankbaar voor alles wat ze de sport gegeven heeft, en wenst haar dierbaren veel sterkte in deze moeilijke tijd.
Mede namens: Wim Caris, Paul de Vos, Adriaan van Bergen, Piet Meijer, Jacob Bergsma, Martien Jonker, Henk Reekers, Gerd Schurer, Peter Vogelaar, Bert Panman, Bert Kragtwijk. Door: Jacob Bergsma.
Van sommige mensen heb je het vermoeden dat ze het eeuwige leven hebben. Als er iemand was die minimaal honderd jaar oud zou worden, dan was het Els de Groot. Els was er áltijd. Ze overleed plotseling, op donderdag 22 februari, 81 jaar oud.
Els de Groot – van 6 april 1942 – werd geboren tijdens de Tweede Wereldoorlog in een sportief gezin. Het liefst was ze op straat en nog liever aan het voetballen. Met haar broers. Op school. Omdat voetballen voor meisjes nog geen geaccepteerde sport was, zei meester Van der Veen dat ze het maar eens met basketbal moest proberen.
En zo liep Els op twaalfjarige leeftijd, aan de hand van haar vader, het Amsterdamse AMVJ-gebouw aan het Leidsebosje binnen. “Daar stond Dick Schmüll,” vertelde ze op 2 oktober 2022, bij de onthulling van de Dick Schmüllbrug in de hoofdstad. “Maar ik kon er natuurlijk nog helemaal niks van.” De oprichter van de NBB en de grote motor achter het Nederlands basketbal in die jaren gaf haar een bal. En die bal zou ze de rest van haar leven niet meer loslaten.
Basketballen leerde ze vooral op de pleintjes. Ze speelde op het Museumplein, tegen de jongens. Of ze reed met vriendinnen en ploeggenoten naar een van de andere pleintjes in Amsterdam. Daar werd de fiets stevig vastgehouden en klom een op de bagagedrager om zelfgehaakte netjes op te hangen. In ‘Game Changers’ vertelde ze samen met haar goede vriendin Ria de Roos, dat ze ook nog wel eens in een lege gymzaal gingen trainen, nadat ze eerst stiekem door de ruitjes hadden gegluurd of de conciërge niet in de buurt was.
Mosquito’s was haar eerste vereniging. Haar talenten werden al vroeg onderkend door bondcoach Jan Burgert. Bij Mosquito’s trainde ze één keer in de week. Twee keer in de week liet Jan Burgert haar naar de oude tramremise aan de Pancrasstraat komen voor extra trainingen.
Ze was pas 17 toen Burgert een verjonging in het Nederlands vrouwenteam doorvoerde en Els de Groot als grote belofte liet debuteren, samen met Frieda Kloek en Thea Biesbrouck. Burgert had het goed gezien: op 2 mei 1959 won Oranje in Antwerpen met 40-44 van België. Els de Groot debuteerde als topscorer met 12 punten.
Die zomer transfereerde ze op advies van de bondscoach van Mosquito’s naar het Landlust van Bram Brakel. Burgert wilde dat ze in de competitie tegen meer tegenstand zou moeten opboksen. De overstap naar Landlust betekende dat ze kon spelen in het eerste seizoen van de landelijke competitie voor vrouwen. Andermaal had Burgert het goed gezien. Met Els de Groot als hoeksteen werden de vrouwen van Brakel meteen landskampioen. In totaal zou ze in zestien seizoenen op het hoogste niveau maar liefst twaalf keer de kampioensbeker en vier keer de basketbalbeker boven het hoofd mogen houden.
Els de Groot was een allround speelster. Sterk aan beide kanten van het veld. Als ze al zwakke kanten had, dan trainde ze de klinkers uit de straat om beter te worden. Snelheid was aanvankelijk niet haar sterkste punt. Daarom deed in de zomermaanden aan atletiek en trainde ze bij de oud-Nederlandse kampioene sprint Gré de Jongh.
Na twee jaar Landlust stapte ze in 1961 over naar The Blue Stars, opgericht door Jan Janbroers, bij wie ze graag over de vloer kwam. Ook als oppas. Ook in haar eerste jaar bij The Blue Stars greep ze met haar ploeggenotes de landstitel. En natuurlijk was Els de Groot erbij toen The Blue Stars op 23 november 1963 als eerste Nederlandse vrouwenploeg een Europa Cupwedstrijd speelde. Ze maakte 8 punten, maar Spartak Sokolovo uit Praag was met 58-67 te sterk. Het seizoen daarop speelden de Blauwe Sterren tegen CREFF Madrid, waar de speelsters nog in rokjes speelden. Met zeges van 20 en 22 punten verschil drong The Blue Stars door tot de tweede ronde tegen Slavia Sofia. Thuis zorgden The Blue Stars met een 64-63 zege voor een megastunt, maar de uitschakeling volgde na een 71-54 nederlaag in Bulgarije.
Met name die Europese prestaties vielen op. In de zomer van 1965 vond de secretaris van The Blue Stars een brief van de FIBA in de bus. De vrouwen werden uitgenodigd om in het Poolse Krakau uiterst eervolle gelegenheidswedstrijden te spelen tegen het plaatselijke Wisla en Sparta Praag. Hart van het evenement zou een erewedstrijd zijn van het Europees mannenteam tegen Real Madrid.
Omdat voor het weekeinde van 16 en 17 oktober 1965 een competitieduel stond gepland van The Blue Stars tegen The Blue Shadows gaf de NBB geen toestemming om op de eervolle FIBA-uitnodiging in te gaan. Vanaf die weigering ging het helaas mis tussen Els de Groot en de Nederlandse Basketball Bond.
Waren The Blue Stars in de jaren zestig en zeventig sterk genoeg zich te kunnen meten met de top van Europa, in de nationale competitie waren de verschillen enorm. Scores boven de honderd punten en zelfs zeges met meer dan honderd punten verschil waren bijna aan de orde van het weekeinde. Steevast eindigde Els de Groot dan dik in de dubbele cijfers.
Op 10 oktober 1970 kwam Els de Groot voor AMVJ (ze was in 1967 overgestapt) tot 42 punten in een wedstrijd tegen Wilskracht, die met 152-31 werd gewonnen. Dat was haar hoogste score ooit. Ze speelde 14 Europa Cupwedstrijden, waarin ze tegen CREFF Madrid met 20 punten tot haar hoogste score kwam. In de 84 interlands die ze speelde was 28 haar hoogste totaal. Dat aantal stond achter haar naam na de wedstrijd tegen Zweden op 30 december 1962 in Eindhoven. Oranje won met 87-31.
Ze speelde in totaal vier EK’s: in 1960 in Sofia (Nederland achtste), in 1966 in Cluj (Nederland vijfde), in 1968 in Catania (Nederland twaalfde) en in 1970 in Leeuwarden en Rotterdam (Nederland zevende). Vooral aan die vijfde plaats in Cluj hield ze veel genoegen, maar ook veel frustratie over. Het was een prestatie van formaat, want Nederland eindigde als enige West-Europese land tussen de overmacht uit het Oostblok. Erkenning voor die prestatie bleef echter uit. Ze was andermaal volledig uit het veld geslagen.
In 1970 ging het weer mis. De Europese prestaties van de vrouwen legden een solide basis voor een bid van de NBB op de organisatie van het Europees Kampioenschap in Nederland. Leeuwarden en Rotterdam werden gekozen als speelplaatsen. De nationale vrouwenploeg kende een rommelige voorbereiding, oa als gevolg van slechte verblijfs- en trainings-accommodaties.
Vóór het EK van 1970 in Nederland kondigde Els de Groot dan ook al aan de laatste EK-wedstrijd haar laatste interland zou zijn. Tijdens die laatste wedstrijd in de Rotterdamse Energiehal – het duel om de zevende plaats tegen Roemenië – kwam alle frustratie eruit. Toen ze in haar ogen tegen een onterechte fout aanliep – haar vijfde – ging ze op de bank zitten, trok haar schoenen uit en smeet die tijdens de wedstrijd het veld in. Ze moest de slotminuten van de 69-59 zege op Roemenië vanaf de tribune bekijken.
Toch beleefde ze in de laatste jaren van haar carrière nog vele basketbalhoogtepunten. Ze droeg bij aan de record-streak van The Blue Stars tussen 1972 en 1976. Op 18 februari 1972 wonnen de Sterren met 88-35 van Landlust. Pas op 14 februari 1976 kon de volgende competitienederlaag worden genoteerd. Inmiddels heette de recordploeg Gerard de Lange. Aan de zegereeks van 115 opeenvolgende overwinningen kwam een einde tegen Vastgoed Strijen Oud-Beijerland, dat na 66-66 en een verlenging met 73-77 won. Tijdens die waterval aan overwinningen maakte de ploeg van Els de Groot in 33 duels honderd punten of meer. Drie keer viel de zege uit met een marge van meer dan honderd punten.
In 1976 kwam een einde aan de heerschappij van Els de Groot en het team van Gerard de Lange, toen het sponsorcontract werd verscheurd. Samen met haar vriendinnen besloot ze te stoppen. De landskampioen degradeerde vrijwillig.
Els de Groot bleef echter altijd betrokken bij basketbal. Ze was aanvankelijk typiste. Tijdens interlands legde ze veel contacten met buitenlandse internationals en voerde met hen een bloeiende correspondentie. Het onderhouden van al die contacten met penvriendinnen vond ze niet alleen heel leuk, maar ook nuttig voor haar werk. Zo bekwaamde ze zich in haar talen. Bij IBM werd ze de secretaresse van basketbal- en NOC-bestuurder Ruud Frese.
Ze werd van 1985 tot en met 1991 bestuurslid van de Dames Liga, op instigatie van haar oud-coach Jan Burgert, die zitting had in het oprichtingsbestuur. Een hele nieuwe generatie internationals groeide met haar op als manager van het Nederlands vrouwenteam. Uit die periode bleef haar vooral de SLM-ramp bij, op 7 juni 1989. Terwijl het EK in het Bulgaarse Varna op het punt van beginnen stond, stortte op vliegveld Zanderij bij Paramaribo vlucht PY764 van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij neer. Bij die crash verloor de broer van international Sandra van Embricqs het leven. Het maakte haar band met Van Embricqs en met vrouwenbondscoach Meindert van Veen onverwoestbaar.
Datzelfde gold voor bestuursleden die ze aan de vergadertafel trof in haar jaren als secretaris van de Federatie Eredivisie Basketbalclubs, de FEB. Met Wim Caris van BS Weert bijvoorbeeld hield ze regelmatig contact. Maar ook vele andere club- en FEB bestuurders kijken met heel veel respect en vreugde terug op de nauwe samenwerking met Els. Altijd bereid zich voor de zaak in te zetten, handen uit de mouwen en poetsen, maar met verstand. Maar ook niet benauwd een ander duidelijk kenbaar te maken als hij of zij verzuimde.
En dan was er een vast, klein clubje waarmee ze een grote bewondering koesterde voor de Belgian Cats, de nationale vrouwenploeg van België. Dat team volgde ze de laatste jaren op de voet, samen met onder anderen Ton Boot, Jan Willem Jansen en Meindert van Veen. Als de Cats weer in actie kwamen, dan mobiliseerde Els de Groot de paar man sterke Nederlandse fanbase. Jansen – tegenwoordig een verwoed fietser – maakte op zijn fietstochten meestal een tussenstop op de Houtrib in Monnickendam, waar de deur altijd gastvrij open stond.
Half februari belandde ze in het ziekenhuis. Vrijwel meteen werd duidelijk dat er geen kans was op herstel. In een paar dagen tijd ging ze zo snel achteruit, dat ze binnen een week na haar opname overleed.
Pas op donderdag 22 februari, 69 jaar later, liet Els de Groot eindelijk de basketbal die Dick Schmüll haar had gegeven los.