!
Basketball Academy Zwolle
21 april 2020

Nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen vraagt actie van vrijwel elke vereniging

Op 10 november 2020 heeft de Eerste Kamer de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) aangenomen. De wet zal op 1 juli 2021 in werking treden. Deze nieuwe wet heeft direct gevolgen voor de verenigingen en stichtingen en vraagt mogelijk wijzigingen in de statuten. Hieronder staat de informatie rondom de WBTR beschreven.

Algemeen

Een bestuurder heeft een belangrijke taak binnen de vereniging. De bestuurder dient te handelen naar het belang van de vereniging. Dat betekent dat een bestuurder niet mag deelnemen aan de beraadslagingen en besluitvorming indien de bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft bij een besluit, dat  tegenstrijdig is aan het belang van de vereniging.

Voorbeeld: Een vereniging wil een nieuwe accommodatie laten bouwen, hiervoor heeft zij meerdere offertes opgevraagd. Een bestuurslid van de vereniging is aannemer en dient zelf een offerte in. Bij de beraadslagingen en de besluitvorming mag het bestuurslid dat zelf een offerte heeft ingediend niet deelnemen, want zijn persoonlijke belang botst met het belang van de vereniging. Het is goed om hier als bestuur open en transparant in te zijn, zowel als bestuur onderling, als naar de leden.

Indien het gehele bestuur een tegenstrijdig belang heeft bij een bepaald besluit neemt de Raad van Commissarissen (als die er is) het besluit. Bij gebrek aan een Raad van Commissarissen is de Algemene Vergadering het aangewezen orgaan om het besluit te nemen, tenzij de statuten anders bepalen.

Een bestuurder kan aansprakelijk worden gesteld wegens onbehoorlijk bestuur. Het zal hierbij gaan om gevallen van opzet of grove schuld.
Wanneer de vereniging failliet gaat kan de curator bijvoorbeeld een bestuurder aansprakelijk stellen voor het tekort in faillissement als de bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en het aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Een voorbeeld hiervan is als een bestuurder een greep uit de kas gedaan heeft.

Bestuurders kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld. Een bestuurder heeft het regresrecht, dat wil zeggen dat verhaal gehaald kan worden op de andere bestuurders.
Een bestuurder kan zichzelf vrij pleiten als aangetoond kan worden dat hem of haar niet iets te verwijten valt.

Ontstentenis- en beletregeling

De nieuwe wet stelt dat de statuten van de vereniging een bepaling moeten bevatten waarin staat wat er moet gebeuren in geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders. Ontstentenis ziet bijvoorbeeld op aftreden of ontslag van bestuurders. Dit gaat om een permanente situatie. Belet ziet op (bijvoorbeeld) langdurige ziekte of schorsing.

In de statuten moet simpel gezegd een bepaling worden opgenomen wie de beslissingen mag nemen, als niemand van het bestuur dat langer kan doen. De vereniging kan er voor kiezen om een continuïteitscommissie in het leven te roepen (bijvoorbeeld met daarin oud-bestuursleden en/of ereleden) die het stokje over kan nemen, mocht het gehele bestuur wegvallen.
Het kan ook door de Algemene Ledenvergadering beslist worden.

Meervoudig stemrecht

In de statuten kan opgenomen worden dat één bestuurslid meerdere stemmen mag uitbrengen. Echter, dit recht wordt beperkt. In de nieuwe wet staat opgenomen dat één bestuurder van een vereniging niet méér stemmen mag uitbrengen dan de rest van het gehele bestuur bij elkaar. Dit voorkomt dat één bestuurslid alle zeggenschap heeft.
Indien een vereniging een dergelijk punt nog wel in de statuten heeft opgenomen is dit punt nog 5 jaar geldig, waarna het automatisch komt te  vervallen.

Onderscheid tussen uitvoerend  bestuur en toezichthoudend bestuur

De WBTR biedt de mogelijkheid om een toezichthoudend bestuur in te stellen, zoals een Raad van Commissarissen. Deze mogelijkheid was er al, maar stond niet expliciet in de wet. Voor veel verenigingen zal deze wijziging geen grote gevolgen hebben. Mocht de verenigingen overwegen om een toezichthoudend bestuur in te stellen, kan advies worden ingewonnen bij een notaris.

Statutenwijziging

De wet treedt in werking op 1 juli 2021. Verenigingen dienen bij de eerstvolgende statutenwijziging de bepalingen uit de WBTR mee te nemen. Dit kan volgende maand zijn, maar ook over een paar jaar. De statuten moeten in twee gevallen worden aangepast:

  • De statuten bevatten geen bepaling over de wijze waarop in de taken en bevoegdheden wordt voorzien bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden en toezichthouders (zie ontstentenis en belet, hierboven).
  • De statuten bevatten een bepaling die inhoudt dat een bestuurder of toezichthouder méér stemmen kan uitbrengen dan alle andere bestuurders bij elkaar (zie meervoudig stemrecht, hierboven).

    Mochten bestuurders vragen hebben dan kunnen zij contact opnemen met Dennis Bouwmeester (dennis.bouwmeester@basketball.nl).

Gerelateerde artikelen