Door Ronald van Dam
John van Dam (58) werd vorige week voor het eerst in zijn lange loopbaan uitgeroepen tot Referee of the Year in de Dutch Basketball League. Alle reden om eens nader kennis te maken met deze aimabele basketbalarbiter uit Den Haag, die hogerop ging fluiten om al die ‘prutsers’ te laten zien hoe het wel moet. ‘Ik heb in ruim veertig jaar heel wat lastpakken meegemaakt’.
Toegegeven, het komt misschien wat gek over als de ene Van Dam de andere Van Dam gaat interviewen. Maar lezer, schrijver dezes weet als geen ander waar de uitdrukking 'boeven vang je met boeven' vandaan komt. Het gebeurde begin negentiger jaren bij een wedstrijd tussen de studenten van Groene Uilen en Celeritudo, de club van John van Dam. Van Dam was het – niet voor het eerst die wedstrijd – niet eens met een beslissing van de scheidsrechter en smeet uit pure frustratie de bal zo hard op de grond dat het leer de tl-balken van de sporthal raakte. Om vervolgens met stoom uit de oren het veld af te lopen en de rest van de wedstrijd mokkend aan de kant te blijven zitten. Op de tribune zat een geschokte broer, zijn teamgenoten negeerden het. Die maakten dit wekelijks mee.
De feiten vooraf: John van Dam begon op zijn zestiende als clubscheidsrechter bij de Utrechtse schoolbasketbalvereniging OSG en haalde zijn F-diploma bij de (in Utrecht en omstreken) befaamde Michel Bosch-Reitz. Hij fluit al 42 seizoenen. Eerst vijf seizoenen in de kern Utrecht. Daarna elf seizoenen in Rayon Noord. Vervolgens 26 seizoenen landelijk, waarvan inmiddels 22 seizoenen in de DBL.
John, wat voor basketballer was jij zelf?
“Een vaardige shooting guard met een kort lontje die zeer slecht tegen zijn verlies kon. Die voortdurend in de clinch lag met de arbitrage en daarmee grossierde in technische fouten wegens commentaar op de leiding. In woord en gebaar. Mijn toenmalige vriendin wilde soms niet eens naar mijn wedstrijden komen kijken, want die schaamde zich voor mijn irritante gedrag.”
Op een dag dacht jij: dat kan ik beter!
Precies. Mijn motivatie voor de overstap van Rayon naar landelijk was dat ik al die ‘prutsers’ waar ik als speler wekelijks mee overhoop lag, wel eens even zou laten zien hoe het wel moet. En omdat scheidsrechters zoals Frans Harryvan, Henk Koorenhof en Piet Keizer mij stimuleerden om die stap te maken. En omdat toen wel duidelijk was dat ik als speler nooit de landelijke top zou bereiken. Als scheidsrechter zou dat misschien wel lukken… En natuurlijk vanwege mijn passie voor basketball. En omdat ik fluiten leuk vond. En om door te groeien. En omdat ik alle sporthallen in Rayon Noord wel gezien had. Het was tijd voor een nieuwe uitdaging.”
Wat is er leuk aan fluiten? Hoe zou jij iemand overhalen hogerop te gaan?
“Voor mij persoonlijk: betrokken zijn bij topsport en een onmisbare bijdrage leveren. Het ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden die voor fluiten belangrijk zijn, maar waar je ook in het dagelijks leven veel profijt van kunt hebben, zoals zelfvertrouwen, mentale weerbaarheid en communicatie. En natuurlijk passie voor basketbal, maar ook aandacht en waardering voor de geleverde prestatie, sociaal bezig zijn en niet te vergeten: presteren onder druk.”
Wat is de moeilijkste coach die je hebt meegemaakt?
“Ik heb in die ruim veertig jaar heel wat lastpakken meegemaakt. Ik kan ze me echt niet allemaal meer herinneren, maar ik zou de kwelgeesten Meindert van Veen en Toon van Helfteren niet onvermeld willen laten. Vooral Meindert was in mijn eerste paar landelijke seizoenen de garantie voor een zware avond. Overigens heb ik daar ook heel veel van opgestoken. Want je leert vooral van je fouten en van confrontaties. En Meindert wist je altijd precies te vertellen wat je verkeerd had gedaan en ging geen enkele confrontatie uit de weg.”
Wat is je bijgebleven van die afgelopen 42 jaar?
“Heel veel maar vooral de wedstrijden waarbij de druk en de belangen groot zijn. Zoals beslissende play-off- en bekerwedstrijden. Duels in heksenketels met overvolle tribunes en een meeslepende ambiance, waar ik er veel van heb mogen fluiten. Wedstrijden waarbij de adrenaline omhoog schiet en, als alles goed gaat, je na afloop trots kunt zijn op je eigen prestatie en die van je collega scheidsrechters.”
Hebben die 42 jaar nog smeuïge anekdotes opgeleverd?
“Ja, zoals de wedstrijd tussen Donar en Weert in een seizoen waarin Weert heel veel verloor. Ergens in het vierde kwart floot ik een loopovertreding tegen Weert-speler Kenneth van Kempen. Zijn ploeg stond toen al veertig punten achter. Kenneth reageerde gefrustreerd met een stevig wegwerp gebaar en een paar persoonlijke verwensingen aan mijn adres. Normaal gesproken is dat minimaal een technische fout. Maar ik bedacht me: dat gaat niets oplossen. In plaats daarvan ben ik rustig naar hem toe gelopen en heb hem begripvol en vaderlijk toegesproken. Kenneth gaf me een hand en ik kreeg applaus van de vierduizend toeschouwers in MartiniPlaza. En de volgende dag een complimenteus telefoontje van Mister Weert Henk Konings.”
Mooi, maar niet echt smeuïg…
“Lang geleden floot ik een oefenwedstrijd van het Nederlands vrouwenteam U18. Toenmalig bondscoach René Spandauw had me gevraagd om opzettelijk mysterieuze persoonlijke fouten en overtredingen tegen zijn speelsters te fluiten, om zodoende hun mentale weerbaarheid en incasseringsvermogen te testen. In de rust van de wedstrijd zat het halve team te huilen in de kleedkamer. Als blikken konden doden dan was ik niet levend de hal uit gekomen. Maar gelukkig was er eentje bij die meiden die het door had en de tweede helft speelden ze fantastisch. En na afloop vonden ze mij best wel een aardige gast.“
Je heb je geregeld laten ontvallen dat John van Dam beter is dan NBA-scheidsrechters als Dick Bavetta en Joe Crawford.
“Ik kan me uitlatingen van die strekking niet precies herinneren, maar je roept wel eens wat als je favoriete NBA-team onterecht heeft verloren. Verder lijkt mij de vergelijking tussen gelouterde profs en een amateur met een uit de hand gelopen hobby niet reëel .”
Bavetta floot tot zijn 75ste in de NBA. Ga jij ook zo lang door?
“Dan zou ik nog zeventien jaar door moeten blijven fluiten. Dat gaat echt niet gebeuren. Op een dag wordt ik overbodig en ga ik plaatsmaken voor jong talent.”
Had jij trouwens niet al veel eerder tot Referee of the Year gekozen moeten worden?
“Nee, dat denk ik niet. Alle collega’s die deze prijs ooit hebben gewonnen waren op dat moment beter dan ik. Maar op een onbescheiden moment zou ik kunnen zeggen: na diverse keren tweede te zijn geworden, werd het wel eens tijd.”
Tot slot: wat is het geheim van jouw stijl?
“Ingetogen en beheerst fluiten. Jezelf niet belangrijker voelen en maken dan nodig is. Precies doen wat de wedstrijd nodig heeft en niets meer of minder dan dat. Niet onnodig uitsloven en opvallen. Altijd een luisterend oor proberen te hebben voor een speler of coach die iets te vragen of te melden of te klagen heeft. Spelers en coaches serieus nemen en er zoveel mogelijk mee proberen samen te werken. Een goede scheidsrechter is niet alleen maar een rechtlijnige politieagent maar ook een beetje een leraar, coach, therapeut, psycholoog, brandweerman, hulpverlener, mediator en vriend. Uiteindelijk streven we allemaal hetzelfde na: genieten van basketball.”
Bedankt. Is het verzamelen van al die technische fouten niet voor niets geweest…
“Inderdaad. Ik dacht vroeger als speler altijd dat scheidsrechters van een andere planeet komen en wekelijks in hun ruimteschip naar de aarde reizen om de basketbalwereld lastig te vallen, maar dat is een misvatting. Wij zijn oké en gewoon onder u!”
Foto: Marcel van Gaalen