Door Tiel van den Heuvel
Afgelopen week kwam het nieuws naar buiten dat Keye van der Vuurst de Vries de overstap maakt van Palancia naar Badalona, de voorstad van Barcelona waar Joventut speelt. Tegelijk maakt Keye zich op voor een zomer vol Orange Lions-basketball. Tijd om de 22-jarige spelverdeler eens te spreken over een bewogen jaar. “Ik ga altijd uit van mijn eigen kwaliteiten”
Keye en de Orange Lions spelen op 23 juni aanstaande om 15.00 een oefenwedstrijd tegen België. Kaarten zijn nog te koop in de ticketshop van de NBB.
Ongeveer een jaar geleden maakten jullie je op voor een Pre-Olympisch kwalificatietoernooi in Turkije. Hoe kwamen jullie van dat toernooi terug?
Met een heel goed gevoel. Het was een leuke groep met voor veel mensen nieuwe gezichten. Ik was heel blij om daar met die jongens te zijn. Dat was op én naast het veld een genot.
Bij fans voelde dat team als een omslagpunt, een nieuwe lichting. Geldt dat voor jullie zelf ook?
“Ik kende bijna alle jongens al, maar het was voor mij speciaal omdat ik al bij de oude garde bij het Nederlands team ben gekomen, met Worthy (de Jong) en Mo (Mohammed Kherrazi) enzo. Het voelde dat we nu eindelijk jonge jongens een kans gingen geven, iets dat we misschien te weinig gedaan hebben in het verleden denk ik. Dat ik dan met iemand als David N’Guessan kan spelen, die ik járen niet gezien heb maar wel ken van vroeger, is mooi. Tegen Marijn Ververs en Rienk Mast heb ik zó veel gespeeld. Om dan nu samen te strijden om dezelfde goals, en te zien dat we als personen niet veranderd zijn, is echt heel leuk.
Heeft coach Shivek dat ook ooit uitgesproken? Als in: dit is een jonge groep waarmee we bouwen aan de toekomst?
Ik weet niet of hij het letterlijk heeft uitgesproken, maar we weten dat die opbouw de insteek was. Dat was ook nodig: een nieuw tijdperk. Dat we jong zijn betekent overigens niet dat we geen ambities moeten hebben. Die zijn wél naar elkaar uitgesproken.
Jij bent ook nog vrij jong in kalenderjaren maar hebt al veel ervaring. Kijkt de groep dan naar iemand als jou als veteraan?
Ik denk het wel, ergens, omdat ik er dus al zes jaar bijzit. Ik heb het EK meegemaakt. Dus ze zullen Charlon Kloof, Yannick Franke en mijzelf wel als de oude garde zien inderdaad.
Wat was de grote ‘take away’ na dat pre-kwalificatietoernooi?
Ik wil niet zeggen dat het geslaagd was. Want er zat veel méér in. Maar het voelde wel als de eerste stappen naar iets beters, iets groters. We voelden: dit is een team met veel toekomstmogelijkheden. Hier kunnen we op bouwen.
Dan komt het nieuws: drie goede Nederlanders gaan in Spanje bij Palencia spelen. Hoe ging dat?
Yannick Franke en Matt Haarms hadden al vóór mij getekend, dus ik wist dat zij er zouden zijn. Maar dat heeft mijn keuze eerlijk gezegd niet beïnvloed. Toen mijn contract afliep bij Oostende voelde ik dat ik klaar was voor een volgende stap: ik wilde zien waar mijn plafond lag. Ik heb in België fantastische jaren gehad, wilde mijn comfortzone uit naar een nieuwe situatie. Dan bekijk je wat de opties zijn. Mijn overtuiging is: je moet minuten maken. Zeker als jonge jongen. Als je jezelf dan kunt laten zien in de beste competitie van Europa is die keuze gemakkelijk.
Beloofden de coaches je toen al minuten?
Nee, nee, zo gaat dat niet. Overal waar ik tot nu toe ben geweest zijn de gesprekken met coaches hetzelfde. Minuten dwing je zelf af. En op dat vlak ga ik ook altijd uit van mijn eigen kwaliteiten. Ik wist wat ik moest doen om minuten te maken. Ik zag de kansen. De rest is dan aan mij.
Wat waren die kansen? Want het lijkt me moeilijk als guard een balans te vinden tussen jezelf op de kaart zetten en juist vooral anderen de spotlight geven.
Ik moest gewoon spelen zoals ik dat in Oostende deed. Agressief zijn, de juiste plays maken. Als ik dat beter zou doen dan degene vóór mij, wist ik dat ik minuten zou krijgen. Want je kunt zelf veel praten, coaches kunnen zeggen je verdient dit-of-dat, maar ik geloof: je verdient altijd je eigen minuten. Ik moet zorgen dat coach niet om mij heen kan.
Was het een grote stap om van België naar Spanje te gaan?
Eerlijk: de Spaanse competitie is, naast Euroleague of Eurocup, de beste competitie van Europa. Het gaat heel snel en het gaat om details. Een open schot wel-of-niet maken of de juiste play op het juiste moment kan de wedstrijd beslissen. Je kunt als team niet twee minuten afwezig zijn. Het team dat zijn foutjes het meest weet te beperken wint. Als je dát kunt in Spanje, maak je tegen iedereen kans.
Trok jij jezelf op aan dat hogere niveau?
We weten nu waar ik heenga, alles heeft uitgepakt hoe ik gehoopt had. Dus dat lijkt me wel. Ik heb een goed jaar gedraaid in Palencia, misschien wel beter dan ik dacht. Het volgende doel was om naar een top 8-team te gaan. Dat is Joventut bijna (het team eindigde tiende, red.) maar ik heb bewezen het niveau aan te kunnen.
Kortom: dit was deel van de route die je eerder al uitstippelde.
Ja, ik wilde mezelf laten zien in Palencia, de overstap maken en vanaf hier weer verder kijken. Maar dat is moeilijk. Ik ben voorzichtig met doelstellingen en bekijk dat misschien anders dan veel andere spelers. Ik wil de beste versie van mezelf worden. Of dat nu bij Joventut, Real Madrid, Palencia of weer in België of Nederland is. Ik wil kunnen zeggen dat ik er alles uit heb gehaald. Dan ben ik tevreden.
Maar áls ik dan toch moet dromen: ik heb altijd gezegd dat ik Euroleague zou willen spelen.
Je bent één van de weinige Nederlandse ‘skills spelers’ die internationaal stappen zet. Dan bedoel ik: je bent geen 2.05 of 2.15 meter. Heb je tips voor jonge spelverdelers die het óók zo ver willen schoppen?
Dit is heel cliché, maar vooral: blijf plezier houden in het spel. Als je geen plezier hebt ga je het maximale er niet uithalen. Verder: altijd jezelf blijven pushen, nooit tevreden zijn. Je zult keihard moeten trainen, wáár je ook zit. Zet jezelf in een situatie waarin de trainer niet om jou heen. Ik ben van mening dat je zelf afdwingt hoeveel minuten je krijgt en wat jouw rol in een team is.
En nu is het tijd die mindset mee te nemen naar Nederland – België!
Dat wordt een hele speciale wedstrijd! In mijn eigen stad, tegen een team dat ik goed ken, met een coach die ik onwijs goed ken. En het is deel van het verder opbouwen richting het volgende EK-moment. In februari behaalden we niet het resultaat wat we wilden. Deze wedstrijd, en die daarop volgen, moeten ons daar dichterbij brengen.
Hoe helpt zo’n vriendschappelijke wedstrijd?
De benadering verandert eigenlijk niet veel. Als topsporter behandel ik elke wedstrijd hetzelfde. Ik wil altijd winnen. In zulke wedstrijden maken we als team de minuten die ervaring geven. We leren wie-wat doet, in welke momenten. Wat individueel geldt, geldt voor het team als geheel ook: je wordt beter van speelminuten.
Het team oefent nu twee keer tegen België, uit en thuis, maar daarna ook tegen grootmachten als Servië en WK-winnaar Duitsland. Wat kunnen we leren van zulke teams?
Van alles. Het complete teamspel, en de kleine details die je helpen een wedstrijd te winnen. Dat zijn de details die we in het vorige window, toen we nét verloren van Griekenland en Groot-Brittannië, misschien misten. Je leert elke wedstrijd wel iets, al is het vaak moeilijk er de vinger op te leggen wat het dan precies is.
Laten we afsluiten met een woordje aan de fans. Wat zou je tegen de mensen willen willen zeggen?
Maak mijn Den Haag weer oranje! Moedig ons aan, wees onze zesde man. Hopelijk kunnen we op die manier nog méér mensen inspireren en ook een nog grotere zaal vol krijgen. Kijk: ik zat in Palencia. Fans dáár zijn prettig gestoord. En nu zie ik in Nederland steeds vollere zalen, steeds meer luidruchtige fans. Dat is fantastisch voor ons om in te spelen – als we voelen dat we een thuisvoordeel hebben. Want ook al wonen sommigen van ons acht of negen maanden per jaar in het buitenland: ik denk dat ik voor iedere speler spreek als ik zeg dat we ons dán echt thuis voelen.
Alle beelden: FIBA.basketball