2 augustus 2020
NBB in de bres voor gedupeerde rolstoelbasketbalster
Het Internationaal Paralympisch Comité (IPC) heeft de internationale rolstoelbasketbalfederatie IWBF laten weten dat het rolstoelbasketbal moet gaan voldoen aan de code die het IPC hanteert om de handicap van Paralympische sporters te toetsen. De eerste fase in dit proces is begin dit jaar aangekondigd en betrof de herkeuring van alle spelers met een classificatie 4.0 en 4.5, die voor de Paralympische Spelen in (toen nog) 2020 afgerond diende te zijn.
Indien IWBF hier niet aan zou voldoen, zou rolstoelbasketbal geen onderdeel meer zijn van de Paralympische Spelen in Tokyo en mogelijk ook daarna. Dit is het uitvloeisel van een al langer lopend dispuut tussen IWBF en IPC. De kern hiervan is dat beide organisaties een ander classificatiesysteem gebruiken. Het gevolg daarvan is dat nu vlak voor de Spelen een aantal Paralympische sporters de dupe van dit meningsverschil dreigt te worden. Afgelopen week is bekend geworden dat het ook een speelster van de Nederlandse vrouwenploeg raakt. Volgens de IPC-code, die nu wordt gehanteerd, is zij ‘non-eligible’ (niet speelgerechtigd), waardoor ze niet aan de Paralympische Spelen van Tokyo deel kan nemen, terwijl ze zich daar al wel vier jaar op aan het voorbereiden is.
De Nederlandse Basketball Bond vindt dit niet acceptabel en onethisch en gaat nu samen met sportkoepel NOC*NSF op korte termijn in gesprek met het IPC, om er alles aan te doen voor de betreffende speelster, zodat ze wel naar Tokyo kan om haar Paralympische droom waar te maken.
