Veel jongeren komen dagelijks met de basketbalsport in aanraking en vinden de sport interessant. Tegelijk weet de jeugd nog niet goed genoeg hoe de stap richting een basketbalvereniging gezet wordt. Dat blijkt uit onderzoek dat jongerencommunicatiebureau Coen in opdracht van de Nederlandse Basketball Bond (NBB) uitvoerde.

Zo’n 70 procent van de jongeren komt de sport regelmatig tegen in zijn online tijdlijn, op het schoolplein of tijdens de gymles. Bijna tweederde (65 procent) van de ondervraagden kent iemand die speelt. Maar de stap naar een club blijkt lastig: de sport heeft een ‘moeilijk’ imago, verenigingen zijn niet goed zichtbaar en basketbalpleintjes zijn meer hangplek dan sportlocaties.

De bond vroeg Bureau Coen met adviezen te komen over hoe de NBB meer jeugd aan het ballen kan krijgen. Bureau Coen zag drie groepen jongeren en ziet veel groeikans bij één van die groepen.

Lovers, Haters en Twijfelaars

Zo’n 5 procent van de jongeren is enthousiast basketballer. Deze ‘Lovers’ kennen de sport en zoeken actief naar een vereniging. ‘Haters’ hebben geen interesse in team- of balsporten. Maar een overgrote groep jongeren bestaat uit ‘Twijfelaars’: zij vinden basketball interessant, houden van team- en balsporter, maar weten simpelweg niet goed hoe ze moeten beginnen.

Deze laatste groep biedt een enorme kans voor groei. Vooral jongeren van 13–15 jaar willen best kennismaken met een nieuwe sport, zeker als ze net gestopt zijn met een andere. Maar wat houdt ze tegen? Hun kennis is beperkt en ze weten niet goed wáár ze de sport kunnen beoefenen. Als ze de weg naar een vereniging wel weten te vinden worden ze vaak verrast door hoe moeilijk de sport eigenlijk is. Meer stapje voor stapje kennismaken met de sport helpt dan, aldus Bureau Coen.

Flexibel aanbod en zichtbaarheid

Voor verenigingen die de Twijfelaars over willen halen is nu de vraag: hoe trek ik deze jongeren aan? Dat begint volgens het onderzoeksbureau met het creëren van zichtbaarheid en een flexibel aanbod.

Bekijk bijvoorbeeld of je leden kunt trekken die lid worden om een bepaald aantal wedstrijden, maar geen compleet seizoen, te spelen. Dit verlaagt de drempel om competitie te spelen. Bedenk ook of je minder ‘vaste’ trainingen en méér pick-up games of optionele practices kunt organiseren. Een strippenkaart voor trainingen, in plaats van één vast contributiebedrag, is ook een goede optie. En om de sport zichtbaar te maken: kun je niet wat vaker buiten trainen?

Het is slechts een greep uit de concrete adviezen waar Bureau Coen mee komt. Klik hier voor een visual die de belangrijkste punten uit het onderzoek deelt. Wil jij eens met de NBB sparren over hoe-of-wat jij als vereniging kunt doen? Mail dan met Joost Vennema van de afdeling Educatie en Ontwikkeling bij de NBB, via joost.vennema@basketball.nl.