Een negende plaats, maar met een 4 winst, 3 verlies winning record. Daarmee verlieten de mannen U18 een tijdje terug het EK in de B-divisie. “Een fantastische ervaring”, zo blikt coach Tim Fanning erop terug. “We hebben het ultieme doel van promotie niet behaald, dat zou een home run zijn geweest, maar het was een goed toernooi. Op een individueel level hebben we grote stappen in een mooie richting gezet.”

En dat in een korte tijdsspanne. Fanning kon om logistieke redenen niet veel met de groep trainen: hij is een Amerikaan en werkt voor BYU, een Division 1 college. “Soms weet je daarom niet meteen wat je in huis hebt. Je moet het doen, om zeker te weten dat je het ook kan op een bepaald niveau.”

Mooie ontwikkeling

Hij wijst op wat spelers die volgens hem een mooie ontwikkeling doorgingen. “Yanu (Slingerland) was onze top scorer en één van de beste rebounders. Endi (Endurance Aiyamenkhue) zag na de eerste wedstrijd nooit meer single coverage en bleef goed spelen in de post. En Tayshaun (Gipson) liet glimpsen zien van de briljante speler die hij kan worden. Die speelden zichzelf op de radar!”

“Elke speler in dit team heeft dingen die hem kunnen helpen te excelleren op het volgende level”, zegt de college coach. De jonge jongens, uit 2008, moeten sterker worden. En over het algemeen kwamen we tekort in de momenten dat de verwachtingen hoog waren. Aan het einde van wedstrijden, als het spannend werd, maakten we sub-optimale keuzes. Daar hadden we het lastig.”

Natúúrlijk hadden ze het beter kunnen doen, zegt Fanning. “Tenzij je kampioen wordt hou je altijd dat gevoel. De nummer twee had het óók beter kunnen doen. Ik geloof dat je zulke tegenslagen mee moet maken, jezelf moet leren kennen in die situaties. En daar maakten deze gasten indruk op me. We werden beter, naarmate het toernooi vorderde.”

Effort geven

Als team heeft de U18 volgens hem dan ook veel goed gedaan: “We waren met afstand het best reboundende team. Dat is een kwestie van lengte, maar dat is ook een kwestie van mentaliteit. Die rebounding hield ons in wedstrijden waar we anders misschien geen kans hadden gehad.”

Ook de defense, die als vijfde rankte, was volgens hem een teken van een team dat hard werkte, geloofde in de opdracht en zich daarin vastbeet. “En als je bedankt hoeveel baskets we weggaven door turnovers, is dat alleen maar nóg indrukwekkender.”

“Veel van wat de jongens deden vertaalt zich op het internationale level tot winnend basketball”, concludeert Fanning, die jarenlang in Spanje coachte. Hij spreekt uit open te staan om in de toekomst wéér met de Nederlandse jeugd te werken. De jongens hebben hem iets laten zien. “Ook toen we uitgeschakeld waren bleven deze jongens keihard werken. Tot en met de laatste game. In dát aspect van het spel waren wij echt beter dan andere teams: effort geven.”