Morgen beginnen de mannen onder 18 jaar aan hun EK in Pitesti, Roemenië. Als enig nationaal team hebben zij een ‘vreemde’ aan het roer. Amerikaan Tim Fanning coacht de jongens, en hij laat succes op dit EK niet per se afhangen van de eindscores: “Ik wil trots zijn op wat we neerzetten. Maar we zijn erg ambitieus.”

De Mannen U18 hebben iets recht te zetten. Vorig jaar werden ze teleurstellend 20e, met een groep die zeker talent had. De bond besloot te investeren in deze groep, waarvan een deel toch de toekomst van het nationaal mannenteam zou moeten zijn. Er liep een Amerikaan rond in Europa die de juiste man bleek.

Tim Fanning was twee jaar geleden bezig met een professionele ontwikkelingsreis door Europa. Hij hoorde goede verhalen over de Orange Lions Academy en besloot kennis te maken met het programma. “Daar liet ik weten dat als ze ooit buiten Nederland naar coaches zochten, ik zeker geïnteresseerd zou zijn”, zegt Fanning. “Ik bleef in contact, en gedurende het seizoen werd duidelijk dat er een reële kans was dat ik aan kon sluiten.”

Roots in Europa

Dat seizoen was het NCAA Div.1 seizoen van Brigham Young University – Fanning’s werkgever. Hij is assistent bij de universiteit, waarvan het team het tot de Sweet Sixteen schopte tijdens March Madness. “De universiteit vond het super dat ik deze kans kreeg”, aldus Fanning. “Zulke mogelijkheden liggen normaal gesproken niet voor het oprapen.”

Het Europese basketball is totaal niet nieuw voor coach Fanning. Zijn achtergrond ligt in Spanje, waar hij als eerste Amerikaan (voor zover hij weet) een programma van drie jaar volgde om zich op te leiden. “Tijdens deze Superior Level Coaching Course coachte ik meer dan 300 wedstrijden op de hoogste jeud- en semi-professionele niveaus.”

Hoge verwachtingen

De lessen die hij de afgelopen jaren leerde neemt hij nu dus mee naar een MU18-team waar hij maar een korte voorbereiding mee had. “Maar de dingen die verwacht van een team hangen daar niet van af. Ik wil hardwerkende spelers zien. Jongens die goede schoten nemen en hard rebounden.”

Dat verandert niet. Als het team die dingen goed doet, kunnen de jongens hoge ogen gooien. “We zijn een getalenteerde groep. Een lange groep. Nederlanders zijn niet voor niets het langste volk ter wereld! Ik wil dat deze jongens de connectie die zij náást het veld hebben, ook op het veld laten zien. Dan stappen we elke wedstrijd de vloer op om te winnen.”