
De Nederlandse U16-vrouwenploeg was één van de beste jeugdteams van afgelopen zomer. Tijdens het Europees kampioenschap in de B-divisie werd de ploeg zesde. Een knappe prestatie, maar belangrijker nog: het team liet zien dat proces en spel zich in de juiste richting ontwikkelen, zegt coach Felix Lechner.
Sterk begin, overtuigende groepsfase
Nederland begon het toernooi sterk met zeges op Luxemburg (80–63), Zweden (72–67), Azerbeidzjan (81–49) en Slowakije (86–67). Dat de ploeg de poulefase zou domineren, kwam als een verrassing.
“We hadden een atletische selectie met veel individuele kwaliteit,” legt Lechner uit. “Dat hebben we bewust willen benutten: druk zetten, hard naar de basket, veel in transitie spelen en vechten om elke aanvallende rebound.”
Door een korte voorbereiding – slechts één oefenwedstrijd tegen België – was het vooraf lastig in te schatten waar het team stond. “We hadden niet verwacht ongeslagen uit de poule te komen, maar we wisten wel dat we de kwartfinale konden halen.”
Leren van tegenslag
In de kwartfinale liep het mis tegen Zwitserland (53–78). “We waren slordig met de bal en hadden te veel turnovers,” zegt Lechner. “Zij speelden een heel goede wedstrijd, met een guard die 34 punten, 8 rebounds en 9 steals pakte. We probeerden van alles in de verdediging, maar ze vond steeds oplossingen.”

Toch bleef de ploeg mentaal overeind. “Na zo’n verlies is het altijd spannend hoe je reageert. De meiden waren natuurlijk verdrietig, maar we hebben gezegd: je moet door. De dag erna stonden ze er weer met frisse koppies.” Dat leverde een overtuigende winst op tegen Bosnië (87–52), gevolgd door een nipte nederlaag tegen Slowakije (74–76) in de strijd om plek vijf.
Positieve lijn in vrouwenbasketbal
Lechner benadrukt dat het toernooi meer opleverde dan alleen een klassering. “Je zag echt ons niveau, met veel assists, transitie en energie. Dat duidt op groei.” Ook buiten dit team, op een hoger niveau, ziet hij positieve signalen: “Er is een beweging gaande. Meer aandacht voor vrouwenbasketbal, meer mensen die zich ermee bezighouden. Bij de oudere teams gaat het goed en dat werkt aanstekelijk. Hopelijk moedigt dat deze groep aan om door te gaan.”





