
Naar aanleiding van 14 meldingen – eind 2024 – bij het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) over een medewerker van de Nederlandse Basketball Bond (NBB) heeft het bondsbestuur een onafhankelijk feitenonderzoek laten uitvoeren door een gespecialiseerd bureau. De meldingen betroffen (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, manipulatie en intimidatie gedurende een langere periode. In het onderzoek zijn melders, de betreffende medewerker en andere betrokkenen uit de sportieve omgeving geïnterviewd.
Nu dit feitenonderzoek is afgerond, wordt voor de NBB duidelijk welke juridische dan wel tuchtrechtelijke vervolgstappen mogelijk zijn. De bond wil deze stappen, in het belang van alle betrokkenen, vanzelfsprekend zorgvuldig doorlopen. Parallel aan het feitenonderzoek heeft de NBB een melding gedaan bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR). Het ISR is op basis van de melding een tuchtrechtelijk onderzoek gestart naar seksueel grensoverschrijdend gedrag. Vanwege het lopende juridische vervolgtraject en ter bescherming van de privacy van alle betrokkenen, deelt de NBB geen concrete bevindingen uit het onderzoeksrapport.
De melders hebben met hun medewerking aan het onderzoek op indringende wijze inzicht gegeven in hun ervaringen. De bond spreekt nadrukkelijk haar waardering uit voor hun moed en openheid. NBB-directeur Maarten Hoffer: “De getuigenissen van de melders hebben mij persoonlijk geraakt. Er is in het verleden te lang onvoldoende zicht geweest op wat zich afspeelde. Dat betreur ik zeer. Nu ligt er een duidelijker beeld. In het belang van de juridische stappen die worden gezet kan ik verder niet ingaan op de details.“
De melders noemen de benadering door de medewerker onder andere ongewenst en grensoverschrijdend. Tegelijkertijd weerhield de angst voor consequenties op professioneel terrein een aantal van hen ervan om duidelijk grenzen aan te geven of om anderen in te lichten. Dat leidde tot gevoelens van isolatie en eenzaamheid. Eén van de melders verwoordt het als ‘gevangen in een web’. Melders kwamen – zoals ze zelf zeggen – steeds verder in het nauw en hebben heel lang niet door gehad dat zij niet de enige waren die op een soortgelijke manier werden benaderd. Daarom verdient het volgens de bond extra lof dat ze uiteindelijk de stilte hebben doorbroken en gezamenlijk het Centrum Veilige Sport Nederland hebben benaderd. Eén van de melders: “Het delen van ervaringen was pijnlijk en kwetsbaar, maar ook noodzakelijk. We willen voorkomen dat dit gedrag wordt voortgezet.”
De bond erkent dat er in het verleden signalen zijn geweest die onvoldoende zijn opgevolgd. Destijds was er sprake van één anonieme melding, die achteraf bezien had moeten leiden tot meer onderzoek in de organisatie. Dit heeft, tot spijt van de bond, geleid tot gevoelens van onveiligheid bij de melders.
Direct na de meldingen in december 2024, is een ordemaatregel genomen tegen de betreffende medewerker. De maatregel houdt in dat de medewerker niet betrokken zal zijn bij de NBB of op enige wijze namens de NBB naar buiten zal treden. Deze ordemaatregel wordt op basis van de onderzoeksresultaten en gedurende de tuchtrechtelijke procedure van het ISR voortgezet. De NBB beraadt zich op verdere mogelijke maatregelen in overleg met juridische adviseurs. Dat zal zijn na het onderzoek van het ISR over mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Naar aanleiding van het onderzoek zal de bond het bestaande integriteitsplan om een sociaal veilig sportklimaat te creëren evalueren. Daarnaast neemt de bond in het kader van het integriteitsbeleid extra maatregelen om te voorkomen dat ongewenst en grensoverschrijdend gedrag van welke aard dan ook verborgen kan blijven en kan uitgroeien tot een patroon. Deze maatregelen betreffen onder meer gedragscodes binnen de bond en het nog effectiever inzetten van vertrouwenspersonen en psychologen. Er is een Opvolgingscommissie ingesteld om de uitvoering van de maatregelen te bewaken.
Tot slot wil de NBB naar aanleiding van deze zaak benadrukken dat het belangrijk is om bij het vermoeden van grensoverschrijdend gedrag contact op te nemen met het Centrum Veilige Sport Nederland.